1976 Poem by Xavier Roelens

1976

olifant rijdt met eekhoorn en mier naar oostenrijkse bossen. de auto is
blauw en warm. hij heeft simileren zetels. dat is niet erg aangenaam
maar ook niet onaangenaam genoeg voor de verzameling van
eekhoorn.
‘welke verzameling?' vraagt mier.
eekhoorn haalt uit zijn koffer een doosje.
‘dit is mijn verzameling schrik.' in het doosje ligt een plastic spin
met zes poten, een stukje antenne, een lege ampul en een klein boekje.
‘in dat boekje maak ik een schrikgedicht. lees maar.'
mier neemt het boekje en leest:
hierbij verzamel ik
de schrik dat
de wereld van nu verdwijnt
de schrik dat er
grenzen zijn aan
mijn groei
de schrik dat ik in
kikkerperspectief blijf
de schrik te verhuizen van een
jeneverstruik naar
een gewone eik
de schrik om
de straat over te steken naar
oma's eik
de schrik dat de voorbijdrijvende
wolken
de hatenne omduwen en op mij doen vallen
de schrik om opgegeten te worden door
het bed
de schrik voor
spinnen in de
kelder
de schrik voor
wanhopige demonstranten
de schrik
geld genoeg te hebben om
een geweer te kopen en
verstand genoeg om
ideeën te radicaliseren met een zichzelf rechtvaardigend
geweld
de schrik om verlamd van
schrik in
bed te liggen
de schrik om te vertellen waar ik
schrik voor heb
de schrik dat
waarheid een sociaal bepaalde
categorie is en dat daarbovenop niet zoiets als
een maatschappij bestaat
de schrik dat ik geen
beukennoten krijg
de schrik niet meer los te komen van mijn
afhankelijkheid van
beukennotenolie
‘het is nog niet af. wacht, geef, ik heb nog inspiratie.' eekhoorn grist
het boekje uit mier zijn handen. terwijl hij een zin bijschrijft,
proeft hij ze ook luidop:
de schrik dat ik met
een olifant aan
het stuur in
de vitrine van
een porseleinwinkel rijd
‘er is nog nooit iets gebeurd van wat ik opschrijf.'
links van de wagen komt de zon langzaam op. mier meent in de
verte sneeuw te zien liggen.
‘gisteren heb ik een paddenstoel ingekleurd,' vertelt mier.
‘juffrouw haas stak mijn paddenstoel in de lucht zodat iedereen hem
kon zien. zo mooi vond ze hem.' uit het doosje van eekhoorn neemt hij
de lege ampul. ‘wat is dit?'
‘voorzichtig, daar zit een schrikkelseconde in. je kunt niet weten
wat er allemaal in een schrikkelseconde kan gebeuren.'
eekhoorn neemt opnieuw zijn boekje en schrijft:
de schrik dat wat
juffrouw haas op
school vertelt een afgesproken
leugen is
net op dat ogenblik vertraagt olifant en zet zich aan de kant van de
weg.
‘even de benen strekken, jongens, en tijd voor ontbijt.'
hij opent de koffer. hij roept mier en eekhoorn. onder een deken
liggen cadeaus en chocola en speculaas.
‘dit is van de sint,' zegt olifant, ‘de sint is gekomen in de auto
terwijl jullie lagen te slapen.'

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success