Jak De Kraai Poem by Madrason .

Jak De Kraai

Er was eens een kraai
en die zat daar zeer fraai
aan het eind van het takkie
hij schold en hij tierde
dat het hem zo plezierde
al in de wind toen brak ie
en daar kwam een klein kind
die wilde hem gaan helpen
maar arm joch het kraaide tekeer
het joch dat smeet hem weg
en hij strandde zwaar in 't teer
nu was ie zwart en strak
in 't pakkie want hij zat zomaar
strak in 't plakkie
hij kon niet meer lopen
zijn teentje was gebroken
omdat ie zoveel slechts had gesproken
kwaad over and'ren
en zelf nooit verand'ren
en toen op een dag
zat ie daar op 'een' poot
weer klaar om te 'zingen'
de nare malloot
het joch wierp een steentje
en Jak viel van de tak
en brak zijn and're beentje
nu kon hij niet meer vliegen
de kluit niet meer bedriegen
en vals zingen dat ook nooit meer
hij zuchtte en hijgde en krijste
en tot zijn laatste adem zeer
deed alles hem tot leedwezen
en tot vermaak en ook tot smaak
van een kolonie mag're pieren
nooit meer kan hij iemand klieren
nu ligt ie daar morsdood
en vreten de feestende dieren
zich diep tot in zijn schoot;
nooit meer kan hij iemand klieren
nu ligt ie daar morsdood
en vreten de feestende dieren
zich diep tot in zijn schoot. M

Sunday, October 9, 2016
Topic(s) of this poem: moral teachings
COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Madrason .

Madrason .

waalwijk netherlands
Close
Error Success