Peter Theunynck

Peter Theunynck Poems

My father said: here they lie,
the Canadians. I saw them standing
by the canal, in their grey clothing.
Endless rows, fit for the slaughter.
...

The way people fly
in old engravings, so clear-cut
so credulous.
...

They reside in palaces along the Seine.
People dim their chambers' lights.
People hardly dare to cough, people
gather heaps of statistics about them.
...

On that Friday in May - 25°C in the shade - the Frankfurt
gorilla makes a decision, yes sir, the Frankfurt Zoo
super-gorilla, without an escort, without permission:
...

A little green spade is my hound.
I hold it tightly in my hand.
I hardly ever put it in my mouth.
A little green spade is my hound.
...

We carried a part of your life outside.
Piling up on the platform all you'd gathered
under our roof. It lay in ropes, in piles,
blindfolded in boxes: moving as much as possible
...

Far from the Indians in the camp,
from people smelling of oil,
the pencil behind the
greengrocer's ear.
...

She asked: change me
into a stone. Or better still:
a prehistoric bone.
...

We droegen een deel van je leven naar buiten.
In de laadbak stapelde al wat je onder ons dak
had verzameld zich op. Het lag in touwen, in stapels
geblinddoekt in dozen: er moest zoveel mogelijk samen

verplaatst naar een grotere stad waar jij in kleinere kamers
met vreemdere mensen zou wonen. Niet meer met ons.
Je zei dat je vaak nog zou komen. Ik wist hoe ik jaren
tevoren hetzelfde beloofde onder het sjouwen van dozen,

maar ik zag in je ogen een ander leven flakkeren, in bredere lanen
met hogere huizen, grotere bomen, terrassen in tientallen talen.
De gouden jaren van het veroveren. Wij moesten stilaan
leegmaken, loslaten, wat veel voeten heeft in de aarde.

We moesten maar met minder van jou zien rond te komen.
...

Zoals mensen vliegen
in oude gravures, zo haarscherp
zo goedgelovig.

Tussen portretten van keizers
en soldaten, werveldieren en
walvissen, zo onweerlegbaar.

Hebben zij het later verleerd,
wegens te weinig veerkracht
in de vingers, te veel lood

in de vaders? Zwaluwen
in afwachting, kwetterend
aan telefoondraden.
...

11.

Ver van de indianen in het kamp,
van mensen die naar olie ruiken,
het potlood achter het oor van
de groenteman.
Ver van de grondlaag op de poort,
het zand in het haar,
van alle leven,
ligt het broertje in het wiegje stil.

De krant weet met zijn kabeljauw
geen blijf. Het ons tomaten snuit
zijn neus in de zak. Overal lekt
verdriet uit. Maar de verf vangt
vliegen en de hemel ziet blauw.

De vader maar lucht blazen,
kleppen indrukken waar
geen klank meer uitkomt.
Wat lopen tegelgangen voor
wie omkijkt tergend

traag. We stoppen een pop in
een doos, leggen kleingeld op
een schoteltje, eten petitbeurres,
zeggen ja en amen. Neen, kaarsen
krijgen we niet. De grond is hard
voor onze schoppen. De buren
achter de ligusterhagen zwijgen.

Je kunt haar horen
krassen in de kraaien aan de vaart.
...

Ze verblijven in paleizen langs de Seine.
Men verduistert voor ze vertrekken.
Men durft haast niet te kuchen, men
legt bergen statistieken van ze aan.

Ze zijn pijlen op verwijsbladen,
lemma's in vierkleurengidsen, keien
in klaterende woordenstromen,
een strikvraag op het tentamen.

Het is verboden om ze aan te raken.
Vooral niet wakker maken. Niet tegen
praten, ze spreken uitgestorven talen.

Dat ze door handen zijn gegaan,
woestijnstormen, graven, oorlog
verdragen, doet hier niet ter zake.
...

They reside in palaces along the Seine.
People dim their chambers' lights.
People hardly dare to cough, people
gather heaps of statistics about them.

They are arrows on cross-reference cards,
lemmas in full-colour guides, pebbles
in the splashing streams of words,
a catch in an exam.

It is forbidden to touch them.
To wake them up. Don't talk,
they only speak dead languages.

That they have passed through hands,
through desert storms and graves, endure
the wars, is not the point right now.
...

Ze vroeg: verander mij
in een kei. Of beter nog:
een prehistorisch ei.

Leg mij aan de rand van iets.
Spring niet meer met mij om.
Beteken niets voor mij.

Leg me neer. Knip mijn tijd uit,
laat hem grazen in weiden,
laat hem uitrazen in steppen.

Waai me niet uit. Haal me niet in.
Duik me niet op uit mezelf.
Wacht me onverdroten af.

Word met de dag mooier van mij.
...

Een groen schopje is mijn hond.
Ik houd het stevig in de hand.
Ik stop het zelden in mijn mond.
Een groen schopje is mijn hond.

Als ik slaap, slaapt het naast me.
Het geeft geen kik. Het graaft,
dat verbaast me, dieper dan ik.
Een groen schopje is mijn hond.

Het zwemt als een jachthond,
waakt als een herder. Nooit zet
het zonder mij één stapje verder.
Een groen schopje is mijn hond.

Wil iemand hem pijn doen
dan blaf ik voor hem, want
mijn arme hondje heeft geen stem.
Een groen schopje is mijn hond.
...

Peter Theunynck Biography

Peter Theunynck was born in 1960 in Eeklo/Belgium. He is a freelance writer, poet and biographer. Peter Theunyncks debutPan American Airlines & Co from 1997 was a big success. The author`s personality is marked by contradictory characters: as a virtuosic esthete and a stubborn rebel, a mild melancholic and noisy resistance fighter, a whistling nature lover and a protesting city person he creates a mix of emotion and recalcitrance in his texts.)

The Best Poem Of Peter Theunynck

Canadians

My father said: here they lie,
the Canadians. I saw them standing
by the canal, in their grey clothing.
Endless rows, fit for the slaughter.

Shoulder to shoulder, they stood:
the slightest wind and off they'd go.

In peace. Canadians on both
sides. Here for too long
to go back. Too deep
in the ground to march away.

Translation: Willem Groenewegen, 2010.

Peter Theunynck Comments

Peter Theunynck Popularity

Peter Theunynck Popularity

Close
Error Success