Mijn Hemel
Oh nog niet Nu
Nu liever nog niet
het Hemelse.
Laat me toch dom
of stom als een steen
geen liefelijk aanschouwen.
Geen stralen van de
glans van haar
noch van de krans
van haar noch
van haar dans;
Oh vrouwen.
Brandt mijn ogen
verblindt ze met zuur
dat allerschoonste puur
het maakt me te bevlogen
want diep in mij
smeult reeds het vuur.
Ik ben toch maar
een nietig kind
der natuur
geen weet
van het gevaar.
Ik wil de dag
niet zomaar plukken
noch mijn zinnen
doen verrukken
al door Sirenelied.
Heb toch mededogen
ontneem me mijn tong
doorpreim me mijn ogen
tot aan het uur
dat het zal mogen.
Mijn Hemel
Oh nog niet Nu
Nu liever nog niet
het Hemelse.
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem