Ik ben een Vergill voor de lekkende Nooddruft genaamd Vriendschap en dwaal in een neergaande spiraal op een dwalend pad in een dal genaamd Geduld.
Ik draag de grote schuld van het leed genaamd Boetekleed
op te hete voeten, schraal haast knielend om een bezielend verhaal verviel ik in Herhaal. De faalangst voor woorden, de taalinflatie waarin we verloren kaal, onszelf blijkbaar Spartaans leren ontberen, ik kan jouw Lot door God ingegeven helaas niet keren, ik kan je eigenlijk niets leren, dan zelfreflectie, zelfrespect en het Leven te eren en zelfs daar dwarrel ik meest in het land van illusie als een Zwanenridder rond, zoekend naar grond van bestaan, een hartslag meer. liefst een zuchtje om bestaan of een zwangere traan, iets minder schuld en nog, nog veel meer geduld! M
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem