Roland Jooris

Roland Jooris Poems

Mist. Say
nothing now.
Much is withheld.
Little is much.
...

2.

Poetry
is becoming that
gets stuck in the
rough, cracked
...

Can one draw a scratch of thought into the shaft
of a line that after long perusal suddenly head-on
finds its own depth?
...

What resides
intact in him
is no purity
...

a village is a circle
drawn by hand
around a church;
...

1

I would like to place
that nightly blackbird
on a branch in a poem,
...

een dorp is een cirkel
met de hand rond een
kerk getrokken;

een duif is een zeer
eenvoudige luchtledige
lijn op een dak;

een voorjaar maakt natte
vlekken op het papier
van de lucht;

en kijk, dit is pas
werkelijkheid: straks
laat ik het regenen
op mijn gedicht
zodat het uitvloeit
tot een akwarel
van doordrenkte,
onleesbare woorden.
...

Kan men een kras van denken trekken in de inval
van een lijn die na lang kijken plots frontaal
haar eigen diepte vindt?

Kan men het zien horen in de oogopslag van het
wit, in een vleugel die zijn schaduw raakt,
in de beschouwing die een ruit arceert?

Wie tekent bakent stilte af, bezweert de tijd,
trekt zich terug, laat weg, houdt enkel vast
wat naar essentie leidt: de stengel van een
naakt, de stugge stoel, het kruis, de man
vervreemd van zijn aanwezigheid.

Wie tekent zoekt de onthechting van het niets
in de verwondering van wat een lijn, een vlek,
een veeg tot leven brengt: het bestaan dat
uit de dingen breekt, de ziel die potlood
heet of inkt, grafiet of krijt, de hand
die dan van hoger komt
...

1

ik zou die avondlijke
merel in mijn tuin op
een tak in een gedicht
willen zetten, maar waarom
zou ik, hij zit per slot
van rekening daar waar
hij zitten moet: in een
gedicht daarbuiten.


2

dank u wel, gewoon
applaus is voldoende,
zo wimpelde yardbird
charlie laaiende ovaties
af

en ook die merel
in mijn tuin heeft
na een meeslepende solo
aan wat gemijmer
genoeg

bij het minste handgeklap
ritst hij het donker
in
...

Nevel. Zeg
nu niets.
Veel is verzwegen.
Weinig is veel.
Amper beweegt
het woord amper
in de wind
die nergens is.

Zeg nu niets.
Veeg niets uit.
In hetzelfde vlak
van de avond. Waartegen
nauwelijks en nergens.
...

Vogel wipt.
Tak kraakt.
Lucht betrekt.

Bijna niets
om naar te kijken
en juist dat
bekijk ik.
...

Bird bounces.
Branch creaks.
Sky clouds over.

Almost nothing
to look at
and that's just
what I look at.
...

13.

Het gedicht is niet eenzaam.
Het is alleen. Soms hoor ik het
op het stompe water in de avond
als een zeil in zijn kerend wit, een
lichte huiver waarin we geen woorden
gebruiken, maar ze bekijken in onszelf.
...

14.

The poem is not lonely.
It is self-willed. Sometimes I hear it
on the blunt water in the evening
like a sail in its turning white, a
light shiver we can't use words
in, though they shift within ourselves.
...

Wegnemen,
schrijven is
wegnemen,

waardoor
ik enkel nog
een baksteenrode
bloempot
op het raamkozijn
laat staan
en valavond
als met potlood
een hoek van de kamer
zie vullen.
...

Taking away
writing is
taking away,

so that
all I leave
is a flower-pot
standing brick-red
on the window-sill
and watch twilight
fill in a corner
of the room
like a pencil.
...

Voor J.H.
Nergens een plek
voor de rusteloze. De kunst
komt nooit meer thuis, haar schuilplaats
kent geen tijd

Voor elke hinderlaag
een hink-stap-sprong, een
waagstuk in het durvend
donker

Hoeveel klanken glijden
uit, hoeveel stoornissen suizen
nog na: we strelen schrille
snaren

Een scheur heeft schoonheid
in het doek gekerfd, op straat
ligt als verstomd een colablikje
tot sculptuur geschopt, het Niets
vraagt om een sokkel

We kwelen dissonanten
in de bomen nu het later
wordt en aan het avondmeer
de waanzin van de maan
zich weer in ons
weerspiegelt
...

For J.H.
There is no place
for the restless. Art
will not come home again,
its hiding-place knows no time

For every ambush
a hop, step and a jump, a
hazardous stint in the daring
dark

How many notes lose
their footing, what turmoil
soughs on: we caress shrill
strings

A rip has gouged out
beauty in canvas, in the street
a can of coke kicked
into a sculpture lies muted,
Nothing asks for a plinth

We croon dissonances
in the trees now it is getting
late and on the evening lake
the madness of the moon
once again is mirrored
in us
...

Gestalte of denkbeeld

Ik hoor een sleutel
Koude blaft

Is er nog warmte
van sneeuwen
op schuinte

Papier mompelt
alsof het zijn inhoud
verfrommelt

In de beslommerde kamer
ontfluistert zich
haar gezicht

Het donker stapt tot
het te laat is
...

Form or notion

I hear a key
Coldness barks

Is there warmth left
from snowing
on the bias

Paper mumbles
as if scrunching up
its content

In the muddled room
her face
unwhispers

Darkness strides till
it is too late
...

Roland Jooris Biography

Although Roland Jooris published a relatively small number of poetry volumes over a period of forty years, they nevertheless succeeded in earning his a substantial reputation. In the wake of postwar experimentalism, in the late nineteen-fifties he published several hermetic collections, which he later rejected. Only ten years later did he ‘debut’ once more with poems in the vein of new realism, a trend in Dutch poetry that focuses on the ordinary day-to-day reality.In his work, Jooris goes in search of points of contact between poetry and reality. In his later work, too, reality remains the point of departure, but the poet endeavours to distil it even further, transforming it into a nucleus of calm, illusion and spiritualisation.)

The Best Poem Of Roland Jooris

Density

Mist. Say
nothing now.
Much is withheld.
Little is much.
The word barely
moves barely
in the wind
that is nowhere.

Say nothing now.
Erase nothing.
In the introverted surface
of the evening. Against which
near nothing and nowhere.

Translated by Peter Nijmeijer

Roland Jooris Comments

Roland Jooris Popularity

Roland Jooris Popularity

Close
Error Success