MUSEAAL Poem by Roland Jooris

MUSEAAL

Voor J.H.
Nergens een plek
voor de rusteloze. De kunst
komt nooit meer thuis, haar schuilplaats
kent geen tijd

Voor elke hinderlaag
een hink-stap-sprong, een
waagstuk in het durvend
donker

Hoeveel klanken glijden
uit, hoeveel stoornissen suizen
nog na: we strelen schrille
snaren

Een scheur heeft schoonheid
in het doek gekerfd, op straat
ligt als verstomd een colablikje
tot sculptuur geschopt, het Niets
vraagt om een sokkel

We kwelen dissonanten
in de bomen nu het later
wordt en aan het avondmeer
de waanzin van de maan
zich weer in ons
weerspiegelt

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success