PLAZA Poem by Joke van Leeuwen

PLAZA

Nergens wind. Toch hield een man een vrouw
stevig beet, een vrouw een kind. De beentjes
bewogen zelf. Daarboven aan touw een ballon
als een vis. Daarboven de zon, laaiend.

Het kind hield de vis niet meer. Keek hoe hij
steeg, zwaaide hem na. Wat is er? Wat is er?
De man liet de vrouw los, holde de lucht in,
haalde die helemaal leeg.

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success