ah tamanrasset zuidwaarts oh dood Poem by antoine de kom

ah tamanrasset zuidwaarts oh dood

ah tamanrasset zuidwaarts oh dood
geheeld absurd ubuntu door de ander levend uwe dood
heeft hier ter hoogte van tamanrasset zijn grote voeten in het zand gelobd
en korstig ook zie ik een heel grote wrat. verder kan ik melden
dat dood luid snurkt. hij kan het niet helpen: tot diep in de nacht
zat hij te mailen en nu plagen hem talloze overlevenden
die hem slapeloos in hun sahara vrezen

klein zusje van dood is een woestijn die soms en langzaamaan sahel
wat groener wordt zodat je voeten zo te zien vanuit de hoogte hier of daar
wat nat wanneer ze aan de oever van een meer of meer rivier.
het mist. en je verwacht hem ieder ogenblik. waaraan herken
je hem? wat is zijn teken of besluit zodat hij aan je komt?
zijn zusje zwijgt. je weet nog wel: dood heeft een smoel
en wie weet is die kaaps in kaapstad
nu wordt dood toerist van alle kleuren thuis

erg druk was het tussen de vissen en heel warm toen de piloot opeens
zei: dat schip zinkt! het zinkt en daalde hij verder naar de haven
verderop. we hebben gevlogen rond de tafelberg de dichtheid van de townships
vastgesteld. na de vlekkeloze landing zagen we de waarheid onder ogen.
geen commissie die het na kan doen: dit is een verdrietig land
waar medemensen als verschrikte vogels uiteenstuiven wanneer
dood als mijn wit van deze bladzij hen te na komt

gaan we wat met een eitje doen? vraagt de vrouwelijke gastheer aan
dood die zichtbaar erg moe aan het ontbijt zit dood kijkt naar buiten
ziet de oceaan glinsteren in zonlicht ergert zich aan de harde hete wind
(de cape doctor) waardoor het huis potdicht moet. en benauwd. daar
zit dood tussen antiek en porselein en verlangt naar het zwembad
vol bladeren. straks rijdt hij naar stellenbosch met zijn
klagende chauffeur die dood weer gaat uitleggen dat
toerisme townships en de arms industry klaterende herinneringen
broertjes in een supermarktwagentje of brieven aan een berg zijn

dood aan zee in sea point thelema chardonnay blanke
drukte om hem heen en dan ineens de regenboog wat zelfingenomen
boven de oceaan en zo groot als een natie. regenboog (vraagt dood) regenboog
waar zit het wit in je kleuren? in alles samen dood! regenboog
draait zich om en dood zegt: doe het maar en regenboog wit.
regenboog regenboog waar zit je zwart? nu regenboog link
tegen dood: dood - zwart is afwezig wit licht! aha! zegt
dood. je hebt een probleem. laten we zaken doen

even later is dood omgeven door
pornosterren uit jo'burg zij leggen zijn vermoeide hoofd
op een houten droommachine tussen hun welige haren
terwijl zij zich vullen met wodka hun borsten
omvatten met beide handen klaar
voor de camera waar dood ineens bang
voor is hij moest hen wel beloven
dat zij in de verre toekomst mogen sterven
in het harnas

als dood met een voldaan gevoel het graf in zou en dan de paradyskloof
binnengaat voor zijn tijd uit ver buiten de wasem township
waar het stinkt de huizen van karton hel scheef zo hier of daar met platen
zink wat steviger maar altijd schuin
de pui gemaakt van afval dat de straten keurig
in het midden siert. wie kunnen er niet mee: de vele vrouwen
die dood achterlaat zijn kapper met krot de containers
vol bloemen van blik en zijn jongste zoontje dat nóg
naar zijn knieën snakt en rollend door het kale droge zand verdwijnt

dood is zelf een dream machine een klein construct van tijd en ruimte
ook wel xhosa-dichter die met dierenvellen
op zijn hoge muts een schuchter schrapend oud verhaal wil doen
en met zijn staf naar ouders stampt van ouders' ouders' ouders' enzovoort.
de berg in de verte eindigt in een leeuwenkop.
vandaag is op de snelweg ter hoogte van de afslag naar het vliegveld
een blauw zwembad van zijn lorrie weggevlucht.
het heeft zich in spier verstopt ver weg aan de rand
van het landgoed waar de cheeta's er nerveus van zijn.
daar staat dood klaar voor onder water. tijd en ruimte wachten af:
een klein
construct de leegte die een bijna slapende
jonge cheeta ongemerkt zou kunnen vullen.
eenmaal in het glinsterende water vindt dood
de zwarte vlekken op zijn lichtgekleurde huid opeens zo smaakvol

in hun helder gele blote cocktailjurken omgeven en verdedigen zij dood
die wat verlegen zit te liegen over zijn status en verdiensten.
dit is de zulabar: een rode
vloer en daarop zwarte lichtgekleurde blanke jeugd en dan muziek om van te . . .
dood in de ban van haar en haar: dood omvat haar diepbruine en haar roomblanke
boezem die een man als dood doen dorsten naar meer.
zij lezen hem zwijgend hun gedicht
deze vrouwen van 1 nacht zij omgeven hem met hun radiostemmen
en beschermden zij hem die stervende ééngedichtdichteressen

waar de atlantische en indische oceaan elkaar treffen staan bewakers klaar met een
antwoord dat gewapend is. het smaakt hier wat zout en verder naar niets.
zilverkleurige auto's en zwarte mannen van de veiligheidsdienst.
wij hebben de grenzen verkend en wij zijn verder verdwenen
achter de mascara die zuid-afrika heet.
wij: shabbir noch omé violetta napo ruben changa
en zonder ondergetekende. we zijn afwezig geweest toen de lucht
uit zichzelf sprak. we zijn in noordelijke richting onszelf vergeten.
leid ons neem ons bij de neus o dood: de laatsten zijn wij
dichters de laatste
late


(kaapstad: februari 2008)

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success