bij de ingang van de citadel Poem by antoine de kom

bij de ingang van de citadel

bij de ingang van de citadel
werden wij ontvangen
door de manager in charge. hij gaf ons de namen saïd en zahara
toonde zijn foto's van carter juan carlos noemde leven kort en leidde ons
naar een atelier voor onderhoud van slipjes waarachter geheimen lagen.
een veelheid van zeer fijn haar en schaamte. die was wel te koop maar
ver boven ons budget. de man had drie neven ter plaatse
zij mompelden: hafez bashar maher

wij vergaten veel: de tombe vol zwarte engelen in de woestijn
graffiti op fresco's God op kameel met formulieren. hij zei verzamel
je tranen schat het graf op zijn inhoud schud aan de boterboom vergeet tralies.
wij genoten maaltijden die we zelf bedachten en kozen als wijn
de fakra (www.fakra.com) terwijl om ons heen de woestijn leger werd
vol vederlichte zwarte vodden. we zagen wat migs
hemelsblauw en radar draaien. nieuw asfalt. een basis zeer diep verborgen

in yoghurt die droog en steenhard was. ter verdediging alleen herhaaldelijk
water toevoegen en dat blijven verversen. wij zagen het. dit is een land
dat grotendeels onder de grond verborgen ligt maar niet zonder vibrato.
zo snel als wij vertrokken kan een regime vallen. hafez bashar maher.
in slagorde de zestien diensten voor elkaar geheim. er hingen zware wolken
boven de woestijn. vanuit de verte slopen uit bagdad harige vrachten
langs struik en schaap. het einde van neutrale kunst.
er werden royals uit ramen geworpen door de straten sleepte men
hun lijken. we hoorden: willen de nummer 1 tot 34 zich melden!

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success