U slaat uw worteltenen door het marmer
diep doorklieft u steeds de aarde
en rooft haar van haar eigen waarde
omdat u in haar schaduw telkens rust
als de zon ze tracht, uw nagels kust
en u zo overtuigd uzelf gelooft.
U spreekt van toekomst en van groei
en van het stijgen op een ladder
telkens van toekomende tijd
terwijl de tijd U in verlegenheid
de dialectiek als adder der tegenstrijd
al als een schaduw steeds weer U begeleid.
Ik, ik wordt gedragen door de wind
of door een zandstorm of een bries
waarin ik dan mij zelf verkies, verlies
Of in de handen van een spelend kind
- ook zomaar kan belanden -
dan eindelijk het kleinste einde vind
waarin ik me vergeet maar me weet teer bemind. M
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem