Betrapt al op het randje van de hel, jawel
trekt zijn haar blik vol onschuld open
terwijl je dacht 'in staat een moord te plegen'
lacht deze trut zomaar timide wat verlegen
ze is een kind sadistisch spelend met de pijn
bij ontevreden galmt ze telkens vol chagrijn
en spreidt de geur van ontevredenheid
als rozenbottels die langzaam verrotten
laat ze je met haar doornen en een traan
verward en ook verbijsterd verdergaan
haar gif is nog niet uitgewerkt meneer
heeft U 'die' niet bemerkt 'Uw' laatste veer! M
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem