Het rissen van de rode bessen
Op een lege dag,
Met wind en zwarte wolken,
Haar vingers blinkend van het sap,
Denkt ze aan littekens en suiker,
Bittere stengels, godendrank.
Gehoorzaam vult ze dan
De heet gespoelde glazen,
Glas na doorschijnend rillenglas.
Ze zet het snikken in bokalen
Zorgvuldig afgevuld
Voor lange warme winters
Op oude rekken van geduld.
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem