Harde modder, guur krystal:
in mijn naakte woonste
rijk en arm aan niets en al,
ben 'k de ziekste en schoonste.
Huis dat afsluit en dat kijkt:
hart dat, onbewogen,
hoort de zee die wast en wijkt
vóor verzádigde oogen.
In geen spiegel, gruwvol-eêl,
't beeld van een begeeren.
Al de beezmen zijn te veel
om den grond te keeren.
Ziekste en schoonste; - neen: zelfs niet
de armoê van te weten
dat u niemand lijden ziet,
en de schoonheid u verliet
waar gij roerloos in uw Niet
waart gezeten.
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem