k Heb noodloos door den boôm geboord Poem by Karel van de Woestijne

k Heb noodloos door den boôm geboord

'k Heb noodloos door den boôm geboord
een wortel, ter geheimste waetren:
nooit bloeit een tak uit mij, noch hoort
de wind het trillen van mijn woord
door 't hoog gebladert schaetren.

Ik ben geen koninklijke bij
gevangen in haar vruchtb're celle;
want nimmer zwaait een vreugde uit mij
de nijvre zwermen die, te Mei,
de ruit'ge raat doen zwellen.

En 'k ben den rechten weg gegaan,
den afgrond tegen van 't ontzeggen.
Er ís geen afgrond. En mijn waan
wou nu maar liefst wat slapen gaan
en lam ter rust zich leggen.

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success