Delphine Lecompte

Delphine Lecompte Poems

Ik wil hem vragen: vraag mij ten huwelijk
Zijn hoofd ligt op mijn kloppende streek
Hij kan mij alles vergeven
Verscheurde boeken, verknipte dassen
Een ivoren alligator in de etalage van de lommerdhouder.

Er kleeft bloed aan de alligator
Maar mijn geliefde is zuiver
Gerehabiliteerd en een medaille rijker
Hij schudt zijn lokken wanneer
Ik opschep over mijn streken
Tegen mooie jonge mannen
Die mijn ondergang beramen.

Zijn haar is grijs
En zijn intelligentie gestold
Na de Congo, de dood van zijn kameleon
Ik wil hem zeggen: je bent een wijze oude man
Maar hij zou weten dat het paaien is.

Hij wil geen oude wijze ex-koloniaal zijn
Ongetrouwd streelt hij mijn zolen
Ik kijk naar zijn krimpende delen
En probeer mijn vandalisme te verschonen.
...

I want to ask him: ask me to marry you
His head lies in my throbbing region
He can forgive me anything
Ripped books, snipped ties
An ivory alligator in the window of a pawnbroker's.

There's blood sticking to the alligator
But my loved one is pure
Rehabilitated and richer by a medal
He shakes his locks when
I boast about my antics
To handsome young men
Who plot my downfall.

His hair is grey
And his intelligence congealed
After the Congo, the death of his chameleon
I want to say to him: you're a wise old man
But he'd know I was placating him.

He doesn't want to be a wise old ex-colonial
Unmarried he strokes my soles
I look at his shrivelling parts
And try to excuse my vandalism.
...

Ik sta op om na te denken over gisteren
Gisteren heb ik een slecht gedicht geschreven
Maar ik dacht dat het geniaal was
Gisteren heb ik ook nog een afatische vrouw gewassen
En een culinair tijdschrift gestolen
Uit de wachtkamer van mijn moeders gynaecoloog.

De afatische vrouw heette Martha
Ze was vroeger truffelraapster aan de band
Het culinair tijdschrift heb ik nog niet bekeken
Mijn moeder heeft nog altijd een uterus
Maar ze gebruikt hem niet.

Na het denken over gisteren
Mijmer ik over eergisteren
Eergisteren heb ik niemand gewassen
Vooral mijzelf niet
Ik heb geen tijdschriften gestolen
Mijn vader schreef mij op een postkaart van een grazende zebra
Dat hij trots was op zijn pleegdochter die bevallen was
Van een zoon zonder hazenlip
De stronk van de plataan was nat
Van de urine van een Ierse toerist.

De Ierse toerist wilde mij gisteren vermoorden
Ik wil daar niet te lang bij stilstaan
Uiteindelijk gaat het om vandaag
Om nu
Nu heb ik mijn gedicht herlezen
Het is weer niet geniaal.
...

I get up to think about yesterday
Yesterday I wrote a bad poem
But I thought it was great
Yesterday I washed an aphasic woman
And stole a culinary magazine
From the waiting room at my mother's gynaecologist's.

The aphasic woman was called Martha
She used to be a truffle grater in a factory
I haven't looked at the culinary magazine yet
My mother's still got a uterus
But she doesn't use it.

After thinking about yesterday
I contemplate the day before yesterday
The day before yesterday I didn't wash anybody
Especially myself
I didn't steal any magazines
My father wrote to me on a postcard of a grazing zebra
That he was proud of his nursing daughter who had given birth
To a son without a harelip
The trunk of the plane tree was wet
With an Irish tourist's urine.

The Irish tourist wanted to murder me yesterday
I don't want to think about that too long
After all, it's today that matters
Now
Now I've re-read my poem
Again it's not great.
...

De auto is weg
Ik weet nog hoe hij kreunde
Bij het thuiskomen
Als de onverschillige moeder van een doodgeboren veulen
Toch gingen we binnen en
Zetten ons ellendige leven verder.

We hadden altijd kikkererwten in de voorraadkast
Het jachtgeweer werd wekelijks gebruikt en
De hond wist wanneer hij onder de tafel moest verdwijnen
De auto is verkocht aan een gierige tandarts
Toen zijn dochter tien jaar was
Heeft ze mij elf maanden gepest.

Mijn grootvader is dood
's Nachts wacht ik op zijn wraakzuchtige verschijning
Overdag denk ik aan zijn hobby's
Waar de auto stond liggen nu geweien
Maandelijks worden ze afgestoft
Door een kuisvrouw die van Frankrijk komt
Ze zegt dat ze twee kinderen heeft
Een begaafde zoon en een marginale dochter.

Niet alle merries zijn onverschillig
Wanneer hun kroost dood neerploft
In de stal, de steppe of het circuszagemeel
Mijn grootmoeder kan niet rijden
Noch schieten
Toch hanteerde ze een jachtgeweer.
...

The car's gone
I remember how he groaned
When we got home
Like the indifferent mother of a stillborn foal
Yet we went inside and
Got on with our miserable life.

We always had chickpeas in the store cupboard
The shotgun was used weekly and
The dog knew when it should disappear under the table
The car's been sold to a miserly dentist
When his daughter was ten
She bullied me for eleven months.

My grandfather is dead
At night I wait for his vengeful apparition
During the day I think about his hobbies
Where the car used to be there are antlers now
They get dusted monthly
By a cleaning lady who comes from France
She says she has two children
A gifted son and a marginal daughter.

Not all mares are indifferent
When their offspring drop out dead
In the stable, the steppes or the circus sawdust
My grandmother can't ride
Or shoot
But she still wields a shotgun.
...

Hij denkt dat ik bluf
wanneer ik zeg dat ik pyromanie en veertien kortverhalen in mij draag
hij rilt ongewild en verandert van onderwerp
ik hou niet van zijn onderwerpen (overspel en heraldiek)
maar ik ben verslaafd aan de luchtigheid die hij 's ochtends draagt.

's Middags hebben we het enkele uren moeilijk
twee opgezette hazen spelen een kaartspel
de haas met de beste kaarten kijkt verslagen
nu ruk je de kaarten uit hun poten en
gooit de hazen uit het raam
die met de slechte kaarten landt op een toerist
hij vervloekt mijn geliefde in het Schots en niest
ik zeg: de vloek is ongeldig omdat hij heeft geniest
de haas met de azen wordt opgevangen door een magere vrouw die er achterbaks uitziet
hij zegt: ze lijkt op jou, misschien moeten we haar binnenroepen
maar we kennen haar roepnaam niet.

De sterren hebben het vanavond voor het zeggen
ik verbind ze traag en ze stellen een hond voor die
de verf van een tafelpoot afbijt en even later bezwijkt aan een loodvergiftiging
jij verbindt ze snel en houdt de betekenis voor jezelf.
...

Ik was eens op taalkamp
Ik hoorde het werkwoord bijten in het Frans
En ik dacht dat het sterven betekende
Ik mocht mijn hand in de muil van een kalf steken
En ik voorvoelde dat seks minder intiem zou zijn; minder gezellig ook.

Ik werd verliefd op iemand van hetzelfde geslacht
Ze mocht vroeger naar huis omdat haar vader een poolreiziger was
Een kortharige monitrice zei: ‘Tu as une voix forte!'
Ze haatte mij, het was een klein beetje wederzijds
Elke dag dacht ik aan de kerk van mijn geboortedorp.

Ik werd betrapt toen ik shampoo trachtte te stelen
Van het minst blozende en meest blonde kamplid
Ik kreeg een postkaart van mijn moeder
Het was een paardenrace van Degas
Ze schreef: ‘Parijs is mooi. Wilfried heeft een Afrikaans masker voor mij gekocht.'

Ik was eens op taalkamp
Ik leerde dat bijten en sterven niet dezelfde woorden waren
Na de verijdelde shampoodiefstal werd ik geminacht
Elke ochtend sprak ik met God
Ik vond hem even getalenteerd als Degas, en mooier nog dan paardenbenen.

Zo prettig was het taalkamp niet
Het kalf en de postkaart waren de hoogtepunten
Terug thuis mocht ik mijn mening geven over het Afrikaanse masker; ik had er geen.
...

I once went to language camp
I heard the verb bite in French
And I thought it meant to die
I was allowed to stick my hand in the mouth of a calf
And already sensed that sex would not be as intimate; nor as comfy.

I fell in love with someone of my own sex
They let her go home early because her father was an arctic explorer
A short-haired monitrice said, ‘Tu as une voix forte!'
She hated me, the feeling was a little bit mutual
Every day, I thought of the church in my native village.

I was caught attempting to steal some shampoo
From the blondest and most unblushing camp member
I got a postcard from my mother
It showed a Degas horse race
She wrote: ‘Paris is beautiful. Wilfried bought an African mask for me.'

I once went to language camp
I learned that biting and dying were different words
After the thwarted shampoo theft, I was despised
Every morning, I spoke with God
I thought he was just as talented as Degas, and even more beautiful than horses' legs.

Language camp was not that much fun
The calf and the postcard were its highlights
Back home, I was asked to give my opinion on the African mask; I didn't have one.
...

Er was eens een vrijdag en ik was eens een kind
Ik moest kiezen tussen de walvisfilm en de oogoperatie
Van mijn grootvader, ik koos voor de walvisfilm en mijn grootvader bleef leven
Na zijn ziekenhuisontslag was hij even gulzig en saterachtig als voorheen
Een tijdje droeg hij een ooglap, het sloeg aan.

De ruige vissersvrouwen vonden dat de ooglap hem gesofisticeerd maakte
De gesofisticeerde manegemadammen vonden dat de ooglap hem ruiger maakte
Mijn grootmoeder en de dokter zeiden dat de ooglap onnodig was geworden
En ik vond een Romeins muntstuk in de tuin en ik zei tegen mijn grootouders:
‘Nu kan ik mijn eigen boontjes doppen, ha! Ik ga een huis kopen in Ierland.
Hou me niet tegen. Ik neem de hond mee en het Balinese wandtapijt, ook al
Wordt dat een bureaucratische hel; met die irrationele angst voor rabiës en tapijtwormen…'

Ze lieten mij gaan maar het muntstuk was niets waard
Dus moest ik terugkeren
Mijn grootmoeder lachte mij uit en mijn grootvader vroeg:
‘Wil je mokka-ijs of een kilo kersen?'
Hij droeg geen ooglap meer, zijn poloshirt was te wit en zijn voorhoofd te gemarmerd
Het was zaterdag en ik mocht tekenen tot middernacht.

Ik tekende grizzlyberen en blikseminslagen
Waarschijnlijk was het de schuld van de grizzlyberen
Dat de huizen in brand stonden
Mijn grootmoeder liet een pladijs vallen in de keuken
En mijn grootvader zei: ‘Elke zaterdag laat die trut een pladijs vallen in de keuken!!'

Ik was zeer ontevreden over mijn tekening
Maar ook toen reeds te ijdel om de tekening te verscheuren
De hond droomde dat hij een ziende walvis was
Of een stotterende keizer, of geen van beide
Hij lag te beven in een te kleine kooi in een te koud grenslokaal
Met een munt op zijn maag, een valse Romeinse.
...

There was once a Friday and I was once a child
I was given the choice between the film about whales and the eye operation
Of my grandfather, I chose the whale film and my grandfather lived on
After being discharged from hospital, he was as voracious and satyric as ever
He wore an eye patch for a while, it was a success.

The rugged fisher women thought the eye patch made him look sophisticated
The sophisticated stables ladies thought the eye patch made him look rugged
My grandmother and the doctor said the eye patch was no longer needed
And I found a Roman coin in the garden and said to my grandparents,
‘Now I can take care of myself, ha! I'm going to buy a house in Ireland.
Don't stop me. I'm taking the dog and the Bali tapestry, even if
It will be red-tape hell; what with their irrational fear of rabies and carpet beetle . . . '

They let me leave, but the coin was worthless
So I had to go back
My grandmother laughed at me and my grandfather asked,
‘Do you want mocha ice cream or two pounds of cherries?'
He no longer wore an eye patch, his polo shirt was too white and his forehead too marbled
It was Saturday and they let me draw until midnight.

I drew grizzly bears and bolts of lightning
It was probably the grizzlies' fault
That the houses were on fire
My grandmother dropped a plaice in the kitchen
And my grandfather said, ‘Every Saturday, that cow drops a plaice in the kitchen!!'

I was very unhappy with my drawing
But had already become too vain to tear up my work
The dog dreamed he was a clairvoyant whale
Or a stuttering emperor, or neither of the two
He lay shivering in an undersized cage in an underheated border post
With a coin on his stomach, a fake Roman one.
...

De boerin is niet sentimenteel
Niet sentimenteel over haar hond,
Niet sentimenteel over haar wonden
Ze prikt zweren open met een breinaald
Wanneer ik naar het koertoilet ga word ik gebeten door haar hond.

Hij is zo wit als een pisdoordrenkte tabbaard
Ik hou van honden in het algemeen
In het algemeen vertonen ze niet de neiging om mij te bijten
Op de dienst spoedgevallen is het rustiger dan anders
Omdat ik ‘de banaliteit van box 30' ben moet ik vier uren wachten.

Terwijl ik wacht denk ik aan de onsentimentele boerin
Ik denk dat ze nog nooit een dichtbundel heeft gelezen
Ik denk dat het ijdel van mij was om haar lastig te vallen
Met mijn pathetische schrijfsels over mijn zoektocht naar soelaas in Macedonië
Eerst in Macedonië, en daarna noodgedwongen hier.

De dokter heeft nog nooit een dichtbundel gelezen
Ik val hem niet lastig met mijn zoektocht naar soelaas hier en daar
Daar in Macedonië woont mijn echte vader, hij baat er een wekkerwinkel uit
Breek hem de bek niet open over de tijd
De tijd die sommige klanten zich permitteren: ‘Haal eens die wekker uit de etalage.
Nee, die is het niet. Verkoop je ook wekkers met hagedisvormige secondewijzers?
Verkoop je ook wekkers die zachter tikken dan het geklik van valse tanden?'

Buiten valt de regen op miljoenen verdoemde kloklezers
Ik haat ze niet, dat komt pas later
Later wanneer ik alleen ben met mijn wonden
En met mijn hond, hij is zo zwart als mijn vader.
...

The Best Poem Of Delphine Lecompte

1 MENS VOLSTAAT OM MENSELIJK TE BLIJVEN

Ik wil hem vragen: vraag mij ten huwelijk
Zijn hoofd ligt op mijn kloppende streek
Hij kan mij alles vergeven
Verscheurde boeken, verknipte dassen
Een ivoren alligator in de etalage van de lommerdhouder.

Er kleeft bloed aan de alligator
Maar mijn geliefde is zuiver
Gerehabiliteerd en een medaille rijker
Hij schudt zijn lokken wanneer
Ik opschep over mijn streken
Tegen mooie jonge mannen
Die mijn ondergang beramen.

Zijn haar is grijs
En zijn intelligentie gestold
Na de Congo, de dood van zijn kameleon
Ik wil hem zeggen: je bent een wijze oude man
Maar hij zou weten dat het paaien is.

Hij wil geen oude wijze ex-koloniaal zijn
Ongetrouwd streelt hij mijn zolen
Ik kijk naar zijn krimpende delen
En probeer mijn vandalisme te verschonen.

Delphine Lecompte Comments

Close
Error Success