De bomen nodigden uit tot wandelen Poem by Els Moors

De bomen nodigden uit tot wandelen

de bomen nodigden uit tot wandelen
met hun knoestige stammen en wijde kruinen
het pad volgde de bomen
en ik volgde het pad

de vogels bezaten en bewoonden
de bomen zij hadden één groot vogellichaam dat
zich voortdurend vernieuwde

toen een vogel viel lag hij met gekromde rug in het zand
de zwarte kraalogen star de vleugels
half dicht geplooid
half in vliegstand

het miniscule licht doorlatende bekje
open
ontzet

ontving hij zijn laatste kus
in de lucht zingt hij in het
maanlicht

ik mag niet vergeten dat ik voeten heb
en benen zwaar als zoutzakken

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success