de bomen nodigden uit tot wandelen
met hun knoestige stammen en wijde kruinen
het pad volgde de bomen
en ik volgde het pad
de vogels bezaten en bewoonden
de bomen zij hadden één groot vogellichaam dat
zich voortdurend vernieuwde
toen een vogel viel lag hij met gekromde rug in het zand
de zwarte kraalogen star de vleugels
half dicht geplooid
half in vliegstand
het miniscule licht doorlatende bekje
open
ontzet
ontving hij zijn laatste kus
in de lucht zingt hij in het
maanlicht
ik mag niet vergeten dat ik voeten heb
en benen zwaar als zoutzakken
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem