De wandelaar hijgt. Bij het achterlaten
van niets heeft hij ervaren hoe alles blijft.
Langs de jaren voordien ging zijn tocht.
Wat tot bedaren werd gebracht,
als met water besprenkeld stof, wordt herdacht.
In over elkaar gelegde landschappen
vindt hij één voor één iedereen terug.
Alleen: omkeren naar zichzelf kan hij niet.
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem