De eerste plek van mijn suikerfeestgebed!
Je was al oud, maar nooit een stuk antiek,
Je had ook nooit een mooie minaret,
Maar toch een moskee, vanbinnen klassiek.
Nu loop ik langs jou stenen, met gedachten
Die steeds proberen te herinneren
Hoe het nou was; wat mensen hier brachten,
Wat was het wat ik deed al die keren?
O gebouw van oudsher, nu ben je onbekend,
Een oude plaats alleen van nostalgie,
Door nieuwelingen word je niet gekend,
En nu een stukje in de poëzie.
Eerst kleine handjes, kleine gebeden,
Nu een jongeman, kijkend naar het verleden.
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem