ASFALT Poem by Eva Gerlach

ASFALT

Zojuist trok de schuit naar
Haarlem door de straat. Over de stoep
joegen de magere paarden met de knecht
en midden op de weg kliefde mijn opa's
grootvader water. Laat me
hier niet achter riep ik door het raam
vanwaar ik ze zag gaan, ik kan hier niet zo
in mijn eentje blijven staan, maar zij
meegevoerd door haast namen de bocht
linksom naar het park. Het asfalt sloot zich,
uit de diepte die ik duidelijk
had zien stromen, spiegelen en
bruisen, sprong geen vis. Het is te hopen
dacht ik dat zij nog met vloeibaar tij
komen waar zij moeten zijn vannacht.

Alles lag zoals het altijd lag.
Jij kwam aan, het was al laat, parkeerde
slordig als gewoonlijk, nam je tas
uit de auto en keek staande op het
dichte asfalt recht omhoog naar mij.

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success