DE DRIJVENDE WIND Poem by Eva Gerlach

DE DRIJVENDE WIND

Wakker omdat een storm
groef in het dak. Aan kwam jagen, zijn blinde gezicht
kneusde, nagels stak onder
kieren waaronder wij: dik
van slaap, te zwaar om meegenomen, weg
gewaaid te worden samen. Hoorden een opwaarts
gieren of het huis werd leeggezogen,
ramen schoten open, brieven stoven
sjirpend de nacht in. Al het verwrikbare gleed
van onze levens, een twee verlies! - kijk ons,
kaal als de grond. Tussen minstens en niets was het dak nog
even een vlies. Het begon

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success