Dikke mensen weten alles van de liefde,
tot in de meest verloren uithoek van hun lijf,
de katakomben van hun vlees.
Hun buik is buitenland waarin zij wonen,
aldoor verlangend naar de slankste tailles
die hen doen watertanden als gebak.
Er is geen mens oprechter droef,
zo goedlachs treurig in die afgelegen balg,
die verre tenen en die bolle billen,
alsof zij slechts uit overschot bestaan:
zo'n kleine honderd kilo niets
die niemand ooit zal willen.
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem