KARPER Poem by Ruth Lasters

KARPER

Dat niemand ooit de hele vorming van een ijsvlakte zag,
echt elke tel van hoe een vijver tot betreedbaarheid

stolt. Allicht is daar geen enkele totaalgetuige van, nu en
vroeger niet. Dat zekere raakpunt met

mensen uit eerdere tijden maakt hen plots nabij, alsof ze door
de troebele ijsspiegel naar mij kijken. Vooral in het midden

bij de vastgevroren karper in het wak als een tijdgat, waardoor zij
wel de troost lijken te seinen dat zij uitgerekend nu

met ongeveer evenveel ontbreken, aan de andere zijde zijn als wij
zenuwcellen hebben, als zit er in ons hoofd

van elk van wie hier is geweest
de felste sprankel.

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success