18
Wandelaar, wandelaar, hoor je ons nog?
Blauw zijn de bergen, een kamerscherm,
hier lopen twee mannen met daartussen vier
eeuwen, ze hebben het over de ziel, hoe
moeilijk die het vindt het lichaam alleen te laten
als het sterft, dat zo zorgvuldige huis met een maag
en met hersens een bouwval, een geval voor
de sloper, en de ziel, waar naartoe?
Je hoort die twee stemmen, frans, italiaans,
in de wind op de landweg, je hoort de maat
van je stappen, het gedicht van de twijfel
of het bewustzijn bestaat, en wanneer het dan
sterft zonder meer.
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem