Charles Ducal Poems

Hit Title Date Added
1.
Ach du…

Not to have to write it's enough
to touch her imaginary shape.
It burns into the screen as onto a drape
and laughs at me, always willing. I let it
...

2.
Evening prayer

Wind and rain closed the windows
We sat kneeling by the hearth
in the religion we would inherit.
The woman who bore us
...

3.
Farm

As long as the ink is wet
the farm stays in speech.

A crow searches the dunghill
as a finger browsing a dictionary.
...

4.
The duke and I

Two men were dragging a cart through the woods,
through the mud of light-shy avenues,
in the service of a woman. Dividing and
conquering, she stood, both burden and desire
...

5.
The Pig

The pig lives on the other side
of love, low
to the ground of our loneliness.
...

6.
Incomplete

Sometimes, when I am empty,
it happens that a long forgotten voice
from the crowd in the street
arises again and finds me there.
...

7.
DAGERAAD

De zon komt op. Wij proeven elkaars adem.
Op het behang komen de lelien in bloei.
Sta op, mijn lief. Uit het getal der dagen
treedt een datum ons nieuwsgierig tegemoet,

door God gewild, door ons te leven.
Zie, op moddertenen komt de kat om melk,
een fijn symbool: wat zoudt gij vrezen?
Brood en krant worden op tijd besteld.

Vier sneetjes en een appel in mijn trommel,
de boekentas met Vondels Lucifer.
Dank God, de opstand is nog niet begonnen.
De schepping spreekt perfect vanzelf.
...

8.
TOCH

Vindt je vrouw dit leuk? vroeg de vriend
aan wie hij zijn verzen liet lezen.
Hij zocht een excuus. Het was er niet.
Er stond wat er stond. Met reden.

Toch bleef hij en wist niet waarom.
Hij miste niet langer het stof op de wegen
en verre vrouwen alleen voor de vorm.
Ik heb je lief. Hij sprak het uit in de leegte,

want als zij keek klonk het dik op de tong,
als een excuus voor jaren gewenning.
Toch was zij de enige die niet volstond.
Poezie is een daad van ontkenning.
...

9.
VOORBEELD

Wij sliepen in zijn onachtzame kamers,
de deuren halfopen, de muren vol vocht.
Wij hoorden hem mompelen tussen de lakens,
wij voelden hoe het ons lichaam betrof.

's Ochtends drong door de wanden zijn vloek,
hij ranselde wetten in razende paarden.
Wij speelden hem na in een veilige hoek.
Wij waren met zes om zijn blik te verdragen.

Later sliepen wij in behoedzame kamers
met zwetende muren en deuren op slot.
Wij lagen te mompelen tussen de lakens,
en deden razend alsof.
...

10.
AVONDGEBED

Wind en regen sloten de vensters.
Wij zaten geknield bij de haard
in de godsdienst die wij zouden erven.
De vrouw die ons had gebaard

zei formules om ons te verkleinen.
Haar stem zeurde taai in de nek.
Wij zaten stom, pas ingewijden.
De man die ons had verwekt.

hief de hand. Wij boden het hoofd.
Hij prentte zijn duim in de hersens.
Wind en regen bestookten de droom.
Onder bed sliepen wolven en heksen.
...

Close
Error Success