Mustafa Stitou Poems

Hit Title Date Added
1.
Forefathers, Downstairs Neighbours

Some forefathers, we now know, dreamed God
and from this our world of finite things came forth.
It was they who once offered a child to something
all-powerful and invisible.
...

2.
Once, I had this vision: in a cavern

Once, I had this vision: in a cavern
centuries before Christ a temple prostitute
submissively sucks off a high priest,
eyes gleaming in the dark.
...

3.
Pigheaded

- So, what do we see?
- A rabbit of course!
- A rabbit. And?
- And? I see a rabbit.
...

4.
Sometimes a woman decides to lie down on the bed

Sometimes a woman decides to lie down on the bed
and to get up when she knows what's the matter,
has put into words what is
disengaging her, where
...

5.
Summum Bonum

At night, in a remote corner of the universe,
drunk adolescents reduce a reconstruction
of a prehistoric village to ash.
...

6.
On my back I carried the coffin

On my back I carried the coffin in which my father lay. Bent low by its weight, I staggered forward step by step. My pace slowed, the burden was too great. It was beyond me. Carefully I lowered myself full-length to the ground, slid out from under the coffin,
...

7.
Making love in a summer oak

Making love in a summer oak,
a couple of times a couple of seconds,
flurrying off while she shakes herself,
arranges her feathers.
...

8.
I have two half faces

I have two half faces.
Two half faces.

Do what your Father says,
...

9.
The Basics

We keep on fighting until we hear the grass growing.
Clouds hum through the sky. We hang our weapons
up and drape streamers over the guard dogs. Our eyes
have been detoxified. Only birds build our temples.
...

10.
BEGINSELEN

We strijden door tot we het gras horen groeien.
De wolken zich neuriënd verplaatsen. Aan de wilgen
wordt ons wapentuig gehangen. Waakhonden
worden met slingers versierd. Onze ogen ontgift.
Onze tempels alleen nog door vogels gebouwd.
Inleiding in de Liefde wordt een verplicht vak
op middelbare scholen. Met iedere groet maken we
nieuwe hersencellen aan, met ieder vriendelijk woord.
Niets bedroeft de burger meer dan een bedroefde
buurman of -vrouw. In elk bestuurslichaam
domineren moederfiguren. De tv slikt anti-
psychotica. En de god van Spinoza keert terug,
eindelijk, om de andere goden tot bedaren te brengen;
doodkalm eten ze een patatje in de Voetboogstraat.
Burenruzies lopen op bruiloften uit of levenslange
vriendschappen. Noodweer wacht tot iedereen
binnen is. Een troep engelen staat de straatcoaches bij.
Als de dag de nacht vraagt nog even te wachten
luistert de nacht soms. We leven weer mee met de doden
en de doden met ons. Imams, rabbijnen, dominees,
politici en professoren, ze lopen in een jaarlijkse
optocht in apenkostuum zwijgend door de stad.
De partij van de vogelaars stijgt opnieuw in de peilingen!
Ook de partij van de laatste postzegelverzamelaars
doet het goed. Het Kwaad, vertellen we elkaar,
is teruggelokt de onderwereld in die vervolgens
volgestort is met beton. En het Goede,
het Goede is ons steeds te snel af. In onze groene
en blauwe, bruine en grijze ogen fonkelt non-stop
de onsterfelijke ziel. Pakken melk en potten honing
worden uitgedeeld op straat. Boeddha likt
zijn iPhone schoon. Volksmenners kweken
rozen in parken. De beurs wordt overgenomen
door muzikanten. De god van Abraham lacht het hardst
om de grappen die over 'm worden gemaakt. Valse
profeten rukken hun opgeplakte baarden af
vallen jankend travestieten in de armen.
...

Close
Error Success