Nachoem M. Wijnberg

Nachoem M. Wijnberg Poems

1.

Not long ago
it rained hard,
not long ago
it got dark.

I didn't go on
until it had stopped,
so I had to wait
until it stopped.

I heard the rain
fall from great heights
and could have sat
outside on the grass.

The rain as a crown
on my head, or
as if I hadn't yet begun
and got to say when.

Like in a song:
once and once again,
afraid it has changed
or remained unchanged.
...

My grandfather is in his garden when the Christian comes to visit.
He can see how well his neighbours who believe in Jesus Christ are doing.
My grandfather says that he is doing well too.
That's an advance payment, the Christian says, because Jesus Christ assumes that later a man like my grandfather will start believing in him.
If he believed in Jesus Christ he would do better than his neighbours, because he is a better man and works harder.
He is sure of it, the Christian says, and could my grandfather possibly cut down the biggest tree in his garden, as an advance payment.
My grandfather asks why, he doesn't believe in the tree, or do his neighbours think he does.
The Christian says that the neighbours don't think that my grandfather believes in the tree, but that the tree still helps him.
They are stupid people, the Christian says, if Jesus Christ didn't take pity on them they would be on the street and starving.
...

Hij besluit zich aan de wet te houden, als iemand die de wet niet kent, maar verwacht dat zijn kinderen die zullen kennen en daarom doet wat hij kan om zijn kinderen niet te beschamen.
Mijn vader zegt dat hij speciaal voor mij een middelmatig man geworden is, zodat niemand zou denken dat ik nooit zo goed als mijn vader kon zijn.
Toch zou hij graag willen dat iemand zich hem herinnert als hij er niet meer is, niet elke dag maar af en toe, zonder het van plan geweest te zijn.
Als wat na iemands dood blijft iemands deel van de waarheid is, wat gebeurt er dan met mijn deel van de onwaarheid?
Als iemand dood is blijft er niets van hem over, behalve van mijn vader die in zijn eentje rondloopt waar hij is.
...

He decides to obey the law, as someone who doesn't know the law, but expects his children to know it, and therefore does what he can to avoid embarrassing his children.
My father says that he became a mediocre man especially for me, so that no one would think that I could never be as good as my father.
He would still like someone to remember him when he is no longer here, not every day but now and then, without having planned it.
If what's left after someone's death is their part of truth, what happens to my part of untruth?
When someone is dead there is nothing left of them, except of my father, who walks around by himself where he is.
...

Dichters schrijven minder dan de dag lang is,
ook als ze zoveel schrijven als jij, omdat ze zo bang zijn dat ze een heel leger om zich heen willen hebben
voordat ze een bevel durven op te schrijven,
en nog minder wanneer ze zich herinneren, omdat het avond wordt, hoe ze alles kwijtraakten,
behalve de paar woorden
waar ze maar een klein deel van begrepen. In het leger van dichters wacht je, net als de anderen,
op bevelen van wie het hele leger is,
en hoe had je het opgesteld willen hebben?

Je schrijft gedichten om vertaald te worden,
want die taal van jou is die van vertalingen, en een vertaler, elke vertaler, mag gedichten openbreken,
samenvoegen, zoals Fitzgerald met Omar, als de vertaler denkt dat hij je goed genoeg kent
om een steentje in een beker te laten vallen
omdat het ochtend wordt: mijne heren, het is tijd voor het ochtendgebed,
wat betekent: voor de opstand. Wanneer zou poëzie
nergens meer voor nodig zijn?

Poëzie doet niet veel, maar vergeleken met wat? Poëzie laat de doden niet opstaan, weer gaan liggen,
weer opstaan,
maar soms laat het opstaan opstaan. Weet je al een manier
om door te gaan gedichten te schrijven als je je minder goed kan herinneren wat je gisteren gelezen hebt
en je liet opstaan voordat je merkte dat je dat deed?

Hoe je je voorstelt dat ze lezen wat je geschreven hebt? In een sporthal,
waar ze haastig tafels en klapstoelen neergezet hebben,
niet als voor een examen,
maar als voor een huwelijksmarkt voor wie één arm mist of één been of één oog, en iedereen leest hardop
behalve een die stil leest. Wie binnenkomt begint waar hij wil en leest zo snel als hij wil,
geen twee zijn op dezelfde bladzijde,
zoals waar je heengaat voor het ochtendgebed (enkel omdat je een rouwgebed wilde zeggen,
waarvoor het nodig is dat anderen om je heen staan, maar niet dat ze even ver zijn of zelfs aan hun ochtendgebed begonnen zijn),
vroeg in de ochtend in een vergaderzaal,
hoog in een kantoorgebouw,
midden in de stad.

Waar moet je verder van weten
om poëzie te schrijven? Hoogstens zoveel als het zout dat je tussen je duim en wijsvinger houdt
of het zout dat al in het eten is
en de kok hoeft niet boven zijn pannen te huilen. Wat al in ontroering is of in medelijden
of in dat niet alles tegelijk weggaat. Maar je wilde dat als je iets zegt
omdat je iets weet,
het poëzie is en niets anders.

De gedichten die anderen hebben laten liggen
toen je ze naar voren schreeuwde,
het is al genoeg als je die op kan rapen en iets uit het gedicht kan oplezen om een van hen weer op weg te sturen,
nu in een andere richting
zoals een verkenner die bang teruggekomen is,
of dat iets uit het gedicht van een van hen in je hoofd naklinkt als je iets gaat zeggen wat daarop lijkt,
en als het niet genoeg is, erop lijkt samen met iets uit een gedicht van nóg een ander,
en iets uit een gedicht van nóg een ander die net nog vertaald werd voordat niemand zijn taal meer sprak,
van drie maak je één, als het met twee niet lukt, of van een groter aantal, terugtellend zo ver als je kan,
en je weet dat het verder gaat.

Je verkenners, de voorhoede, het deel van je leger waarover je nu nog denkt
dat je helemaal aan het einde zonder kan,
de dichters van vroeger, van verder weg, en die er niet lang geleden nog waren,
of misschien zijn ze er nog,
je stelt ze op als aantekeningen ver links en ver rechts op het papier,
maar wat doe je als wat ze laten liggen
te vroeg vertelt wat zij en jij van plan kunnen zijn,
je kan toch niet achter elk van hen aanlopen en opruimen,
maar je kan ze zo snel naar voren sturen
dat niets van wat jullie van plan konden zijn nog precies zoals het opgeschreven is uitgevoerd kan worden,
en dat moet genoeg zijn,
je bent toch zo'n dichter voor wie een paar doden meer of minder aan jouw kant
niet veel uitmaken.
...

Poets write less than the day is long,
even if they write as much as you, because they are so scared they want a whole army around them
before they dare to write down an order,
and even less when they remember, because night is falling, how they lost everything,
except the few words
they only understood a small part of. In the army of poets you wait, like the others,
for orders from the one the whole army belongs to,
and how would you like it deployed?

You write poems to be translated,
because your language is the language of translations, and a translator, any translator, is allowed to break poems open,
merging them together, like Fitzgerald with Omar, if the translator thinks they know you well enough
to drop a pebble in a cup
because morning has come: gentlemen, it is time for morning prayers,
meaning: for the rising. When would poetry
no longer be of any use?

Poetry does not do much, but compared to what? Poetry does not make the dead rise, lie down again,
rise again,
but sometimes it makes the rising rise. Do you already know a way
to carry on writing poems if you are no longer as good at remembering what you read yesterday
and you made them rise before you noticed what you were doing?

How you imagine them reading what you have written? In a sports centre,
where they have hastily put out tables and folding chairs,
not like for an exam,
but for a marriage market for people missing an arm or a leg or an eye, and everyone reads out loud
except one person who reads silently. People who come in can start where they like and read as fast as they like,
no two are on the same page,
like where you go for morning prayer (only because you wanted to say a prayer of mourning,
which requires others standing around you, but not them being just as far or even having already started their morning prayer),
early in the morning in a conference room,
high in an office building,
in the middle of the city.

What else do you need to know about
to write poetry? At most as much as the salt you hold between thumb and index finger
or the salt that is already in the food
and the cook doesn't need to cry over the pots. What is already in being moved or feeling compassion
or in not having everything go away at once. But when you say something
because you know something
you wanted it to be poetry and nothing else.

The poems the others left behind
when you yelled them forward,
it's already enough if you can pick them up and read part of the poem out loud to help one of them get moving again,
now in a different direction,
like a scout who has come back frightened,
or if part of one of their poems echoes in your head when you say something that is like it,
and if it's not enough, is like it in combination with part of a poem by someone else again,
and part of a poem from yet someone else that was only just translated before nobody else spoke their language anymore,
from three you make one, if you can't manage with two, or a larger number, counting back as far as you can,
and you know that it goes further.

Your scouts, the vanguard, the part of your army you still think
you will be able to manage without right at the end,
the poets from before, from further away, and those who were still here not long ago,
or might still be here now,
you arrange them as notes on the far left and far right of the page,
but what do you do if what they leave behind
reveals too soon what you and they might be planning,
you can't follow every one of them to clean up behind them,
but you can send them forward so quickly
that nothing you might be planning can be carried out exactly as written down,
and that will have to be enough,
after all you are the kind of poet for whom a few casualties more or less
on your side make little difference.
...

Als je gevraagd wordt waarom je café café Austerlitz heet,
zeg je dat er een café Austerlitz was in de stad waar je vrouw vandaan
komt en jullie hebben jullie café ook zo genoemd.

En dan zeggen ze, ik zag een café Marengo, iets verderop, en een café
Wagram aan de overkant van de straat,
en je zegt, die zijn van goede vrienden, ik heb ze nooit gevraagd waarom
ze hun cafés zo genoemd hebben.

Dan vragen ze of Napoleon hier ooit geweest is of heeft hij iets anders met
hier te maken gehad,
en je zegt dat je niet veel over Napoleon weet, maar hij kwam toch uit
Frankrijk, en hij veroverde de halve wereld, maar niet hier.

Ten slotte vragen ze of je zelf van hier bent,
en je zegt, nee, van een kleine stad verderop, maar die is zo klein, die staat
op bijna geen enkele kaart.

Dan vraag je terug: wil je Napoleon doen, we hebben het decor en de
kostuums nog van de vorige keer dat we hem deden, je kunt ze zo
meenemen,
maar misschien wil je beginnen met de revolutie?

Wie doet Danton, wie doet Robespierre, die ooit iemand iets zag kopen en
het leek zo moeilijk dat hij het niet uithield langer te kijken,
en wie doet Napoleon die later binnenkomt?

Jij, die altijd de meest trotse bent, doet Lodewijk de Laatste, en je schrijft
elke dag niets, niets, niets in je dagboek,
of: vrijheid, vrijheid, vrijheid, of: niets, vrijheid, niets.

Je vrouw komt binnen en vraagt, ben je vanochtend op jacht geweest en
heb je vrijheid geschoten;
als je die niet kapot geschoten hebt kan ik die klaarmaken voor het
avondeten.

envoi
In je hoofd zijn ze allemaal dames,
mevrouw de Vrijheid, mevrouw de Revolutie, mevrouw de Verlichting,

en zelfs als ze een kop kleiner dan jij zijn
lopen ze op straat alsof je ze
van kilometers ver weg nog kunt zien.

Je ziet mij toch, waarom zeg je niets
tegen mij?

En hoe jij op straat loopt? In zoveel
jassen over elkaar
dat je schaduw de straat
vult waar je doorheen
loopt.
...

If asked why your café is called the Austerlitz Café,
you say there was an Austerlitz Café in the town your wife comes from and you gave your café the same name.

And then they say, I saw a Marengo Café not far away and a Wagram Café across the road,
and you say, they are owned by good friends, I have never asked them why they gave their cafés those names.

Then they ask if Napoleon was ever here or did he have something else to do with this place,
and you say you don't know much about Napoleon, but he was from France, wasn't he, not from here, and he conquered half the world, but not here.

Finally they ask if you are from here yourself,
and you say, no, from a small town up the road, but that town is so small, it's on hardly any maps.

Then you ask in return: would you like to do Napoleon, we still have the props and costumes from the last time we did him, you're free to take them,
but maybe you'd rather start with the revolution.

Who will do Danton, who will do Robespierre, who once saw someone buy something and it seemed so difficult he couldn't bear to watch,
and who will do Napoleon who comes in later?

You, you're always the proudest, you do Louis the Last and every day you write nothing, nothing, nothing in your journal,
or: liberty, liberty, liberty, or: nothing, liberty, nothing.

Your wife comes in and asks, did you go hunting this morning and did you shoot liberty?
If you didn't blow it to bits I can prepare it for dinner.


envoi
In your mind they are all ladies,
Madame Liberty, Madame Revolution, Madame Enlightenment,

and even if they're a head smaller than you,
they walk down the street as if you
can still see them when they're miles away.

You can see me, can't you, why aren't you saying anything
to me?

And the way you walk down the street? With so many
coats on top of each other
your shadow fills the street
you are walking
through.
...

Hoe lang kan een tekst waaruit afgeleid wordt wat te doen zijn als van niemand?

Een voorstel: dat kan zeker niet meer als er zolang als een heel leven is niet een beslissing is genomen die het nodig maakte die tekst te begrijpen.

Jij moet beslissen, hier heb je de tekst en wat je weet over wie de tekst maakte, de eerdere uitleg van de tekst en wat je weet van wie toen uitleg gaven, en wat je weet over wat zij wisten over wie de tekst maakte.

Wil je verder nog iets weten? De gewoontes van wie met de tekst leven en wat zij van de wet weten, en van de uitleg, en van wie de tekst maakte en van wie de uitleg gaf, en van jou die moet beslissen.

Overigens: hoe lang mag een tekst waaruit afgeleid wordt wat te doen zijn als van niemand?

envoi
Laten we een wet maken, dan kunnen we beboeten wie er iets raars over zegt.
Of mogen we nu plotseling alles over een wet zeggen, zoals over je neus?
Jouw neus is zo lang, we weten al dat je eraan komt, lang voordat we je voetstappen horen.
En als je je neus in je eigen zaken steekt, steekt die er aan de andere kant weer uit.
Je moet zoveel betalen als zijn gezicht waard is, als je in het donker tegen iemand op gelopen bent, en een dag later is het nog te zien in zijn gezicht.
Die wet mag je uitleggen zoals je wilt, niet zoals een grap die je maar op één manier mag uitleggen, en de dikste engelen en politieagenten houden toezicht.
Hoor je dat nog, en dat ook nog? Dan moet je wel goede oren hebben, niet alleen grote, zoals je voeten.
Stel dat je niet goed kon kussen, omdat je neus in de weg zat, en nu heb je geen neus meer.
Dan weet je nog een wet waarmee je wilt beginnen.
...

How long can a text that is used to determine what to do remain as if nobody's?

A proposal: that can definitely no longer continue when a decision that required understanding the text has not been made for as long as a life lasts.

You have to decide, here is the text and what you know about those who wrote it, the previous readings of the text and what you know about those who offered them, and what you know about what they knew about those who wrote the text.

Is there anything else you want to know? The customs of those who live with the text and what they know of the law, and of its readings, and of those who wrote the text and those who offered the readings, and of you who must decide.

By the way: how long may a text that is used to determine what to do remain as if nobody's?

envoi
Let's make a law, then we can fine those who say something strange about it.
Or are we now suddenly allowed to say anything at all about a law, like about your nose?
Your nose is so long we know you are coming long before we hear your footsteps.
And if you stick your nose in your own affairs it sticks out the other side.
You have to pay as much as their face is worth if you bump into someone in the dark and you can still see it on their face a day later.
You are allowed to explain that law as you please, not like a joke that you are only allowed to explain in one single way, and the fattest angels and police officers keep watch.
Do you hear it still, and that too? Then you must have good ears, not just large ones, like your feet.
Imagine you couldn't kiss very well because your nose got in the way, and now you don't have a nose anymore.
Then you know a law you would like to start with.
...

Als je voor een ander gewerkt hebt die je vertelde
hoe hij met jou wilde zijn, mag je dan nog
de politiek in? Hier wel.

Je kunt iemand betalen die je werk voor je doet
als je genoeg hebt om hem te betalen en dan kun je
de politiek in, eindelijk.

Je betaalt geen belasting meer, maar alsof je de staat
vertegenwoordigt in je aankopen koop je een
oorlogsschip of een toneelstuk.

Wat kun je nog meer doen in plaats van belasting
betalen? Zeggen dat wie minder dan jij
heeft voor je kan komen staan
en je vertellen wat hij je
wil vertellen?

Of bedoel je niet wie minder heeft, maar zo lelijk is
dat je er niet rustig van wordt als je hem
ziet kiezen?
...

If you've worked for someone else who told you
how they wanted to be with you, are you still allowed
to go into politics? You are here.

You can pay someone to do your work for you
if you have enough to pay them and then you can
go into politics, at last.

You don't pay tax anymore, but as if representing
the state in your purchases you buy a
warship or a play.

What else can you do instead of paying
tax? Say that those who have less than you
can come and stand before you
and tell you what they want
to tell you?

Or do you not mean those who have less, but those
who are so ugly you are not calmed when you see
them voting?
...

Naar Palestina gaan om Hebreeuws te spreken en schrijven en te
beginnen met in je hoofd te vertalen wat je als kind hoorde zeggen toen je
op straat liep,
en de Duitsers en de Fransen hun talen te laten, want zij hebben ze zo
hard nodig, und jeder soll nach seiner Façon selig werden.

Of Jiddisch uit te spreken alsof het Arabisch is,
ook als truc voor als je een Arabier tegenkomt die familie van je is,
die zo zijn best gedaan heeft om jou te vergeten en jij bent hem vergeten.

Of je wilt beginnen met Jiddisch te leren, want wie al Duits spreekt en
schrijft
hoeft nauwelijks zijn best te doen om Jiddisch te begrijpen, dat is
een voordeel van Jiddisch boven alle andere talen.

Maar juist daarom kun je gemakkelijk iets belangrijks verliezen als je van
Duits naar Jiddisch vertaalt of omgekeerd,
dus misschien zou het beter zijn om in Palestina Frans te spreken.

Je kunt makkelijk Jiddisch en Duits door elkaar spreken, of je Jiddisch
verduitsen of verhebreeuwsen, en zo verder, de ene taal na de andere,
in zes dagen de wereld rond en op de zevende ben je stil, knik je
naar een andere oude man die je op straat ziet - waarom zijn we allemaal
zo oud?

Je wilt het meest eigenlijke van je volk terugvinden waar ze het meest
achtergelaten zijn,
en dan zoeken naar wat het meest verschilt van wat de rest van
het volk heeft of wat het meest lijkt op wat de achtergelatenen van andere
volkeren hebben?

Wat ze vergeten zijn weg te gooien en dan niet meer durven weg te gooien
omdat het ze eraan herinnert dat zijzelf ooit vroegen: maar wil je
mij dan weggooien?

Als je wat je schrijft zo eigenlijk mogelijk wilt maken, probeer je het dan
oud te laten klinken,
of juist zoals iemand schrijft die niet van tevoren nagedacht heeft
hoe hij een verhaal wilde vertellen en nu maar ergens begint met zijn
beitel letters in een rots te hakken?

Maar de minst veranderlijke eigenschappen zullen toch juist die zijn die
niet verloren gaan als ze gemengd worden met die van anderen,
en die maken dat er Jood, Jood geschreeuwd kan worden naar wie
in het Duits of het Frans schrijft?

Wat laat zich over alle Joden zeggen, of tenminste over alle goede, behalve
dat ze niet in God geloven,
of dat ze door de geschiedenis trekken als het tegenovergestelde van de
Weltgeist die uit scherven klei maakt en uit klei huizen?

Als de Jood een staat wil hebben, waarom in Palestina, waarom niet in
Europa,
het moet toch mogelijk zijn een staat op te richten waar je nu toch
al bent.

Welke staat is niet ook een gevangenis voor volkeren,
elke dag komen er wel een paar meer bij?

Je zou altijd nog een staat willen oprichten waarin je net zo makkelijk als
je van mening verandert
kunt veranderen aan wie je om hulp kunt vragen als je wilt vluchten - en
je hoeft niet eens.

Gisteren dacht je dat de Joden geen staat meer zouden willen hebben als
ze allemaal veel ouder zouden worden,
maar vandaag heb je een ander idee, zo nieuw dat je je niet hoeft
te verontschuldigen voor het oude.

Je leest de onafhankelijkheidsverklaring voor alsof je een toneelspeler bent
die het publiek aan het huilen wil krijgen, desnoods om hoe slecht zijn
spel is,
omdat hij niet zeker is of hij ze aan het lachen kan krijgen.

Als je zegt dat ik naar je luister alsof ik beloofd had voor de staat dood te
willen gaan, dan zal het wel zo zijn,
en dan wil ik ook wel zeggen wat mij misschien voor de staat dood
laat gaan of de staat voor mij.

In Zion zou de Jood te veel bezig zijn met huizen bouwen en daarin
wonen,
maar in Europa is het alsof hij sinds de dag van zijn geboorte
naakt geweest is en nooit naar een kapper geweest is, maar vanochtend is
hij aangekleed, snel geknipt en geschoren.

Je kunt altijd nog naar Zion verlangen zoals Jehuda Halevi, omdat hij
dacht dat hij in Jeruzalem goede buren zou hebben,
als hij daar een huis gekocht had zou de prijs omhooggaan
vanwege die buren of zelfs vanwege een enkele buurman.


envoi
Wat een verrassing, dat Zion als Sicilië is,

amandel en laurier.

Mijne heren Joden,

zullen we eerst gaan ontbijten?

Er zijn drie mogelijkheden,

maar die aan het plein is de beste.

Ze hebben een terras op straat,

maar als je door de gang voorbij de keuken loopt, kom je in een klein
binnenhof.
...

Going to Palestine to speak and write Hebrew and starting by translating in your head what you heard people say as a child walking on the street,
and leaving their languages to the Germans and the French because they need them so badly, und jeder soll nach seiner Façon selig werden.

Or speaking Yiddish as if it's Arabic,
also as a trick for when you bump into Arabs who are family, who have made such an effort to forget you and you have forgotten them.

Or you want to start by learning Yiddish because people who already speak and write German
hardly need to do their best to understand Yiddish, that's an advantage of Yiddish over all other languages.

But for that very reason it's easy to lose something important when translating from German into Yiddish or vice versa,
so maybe it would be better to speak French in Palestine.

You can easily mix Yiddish and German when speaking, or else you Germanize or Hebraicize your Yiddish, and so on, one language after the other,
around the world in six days and on the seventh you are silent, nodding at another old man you see on the street - why are we all so old?

You want to rediscover the truest feature of your people there where they are the most left behind,
and then search for what differs most from what the rest of your people have or what most resembles what those who have been left behind by other peoples have?

What they have forgotten to get rid of and then no longer dare to get rid of
because it reminds them that they too once asked: but do you want to get rid of me?

If you want to make your writing as true as possible, do you try to make it sound old
or the way someone writes who hasn't thought in advance about how to tell a story and just starts hacking letters into a rock with a chisel?

But the least changeable qualities will surely be the ones that are not lost when they are mixed with those of others,
and they make it possible to scream Jew, Jew at someone who writes in German or French?

What can be said about all Jews, or at least about all the good ones, besides their not believing in God,
or passing through history as the opposite of the Weltgeist that makes clay from shards and houses from clay?

If the Jew wants to have a state, why in Palestine, why not in Europe,
it must be possible to found a state where you already are.

Which state is not also a prison of nations,
a few more added every day?

You have always wanted to found a state in which you could change who you ask for help if you want to flee
just as easily as you change your opinions - and you don't even need to flee.

Yesterday you thought that the Jews would no longer want to have a state if they all got much older,
but today you have a different idea, so new that you don't need to apologize for the old one.

You read the declaration of independence as if you are an actor who wants to make the audience cry, if necessary about how bad his acting is,
because he is not sure he can get them to laugh.

If you say that I am listening to you as if I have promised to die for the state, you are probably right,
and then I would also say what might make me die for the state or the state for me.

In Zion the Jew would be too busy building houses and living in them,
but in Europe it is as if he has been naked from the day of his birth and has never visited a barber, but this morning they dressed him, gave him a shave and cut his hair.

You can always continue longing for Zion like Yehuda Halevi because he thought he would have good neighbors in Jerusalem,
if he had bought a house there the price would have gone up because of the neighbors or perhaps because of just one neighbor.


envoi
What a surprise, Zion being like Sicily,

almonds and laurels.

My dear Jews,

shall we have breakfast first?

There are three possibilities,

but the one on the square is best.

They have tables on the sidewalk,

but if you go down the hall past the kitchen you come into a small courtyard.
...

15.

Kaváfis schrijft over een jongeman
die nog niet wist wat voor carrière hij wilde,
maar dacht dat hij nog tien jaar lang
mooi genoeg zou zijn om binnengelaten te worden waar hij 's avonds voor
de deur zou gaan staan.

Hij was daar klant,
maar dacht dat hij daar nog tien jaar
mooi genoeg voor zou zijn.

Kaváfis schrijft ergens anders dat hij ontroerd is
door een detail in de kroning van Johannes Kantakouzenos en Irene,
dochter van Andronikos Asan.

Dat mag hij zeggen,
zoals hij zegt dat het avond wordt.

Als gekleurd glas in plaats van edelstenen
symbool is van wat passend is te hebben,
bij een kroning of een huwelijk
dat volkomen gemaakt wordt
door de lichtst mogelijke kronen boven de hoofden van de bruid en
bruidegom te houden,
wat is dan dat wat passend is te hebben?
...

Cavafy writes about a young man
who didn't yet know what kind of career he wanted,
but thought that he still had ten more years
of being handsome enough to be let in where he stood outside in front of the door
in the evening.

He was a customer there,
but thought that he would still be handsome enough for that
for ten more years.

Cavafy writes somewhere else that he is moved
by a detail in the coronation of John Cantacuzenus and Irene, daughter of Andronikos Asan.

He can say that,
just as he says that it's almost evening.

If colored glass instead of gems
symbolizes what is appropriate to have
on the occasion of a coronation or a marriage
that is made perfect
by holding the lightest possible crowns above the heads of the bride and groom,
what is then appropriate to have?
...

Je kan honderden voorbeelden geven
van wat gewicht is, maar je herinnert je
er maar één.

Wanneer je honderdtwintig
kilo weegt omdat je
tegen iemand op wilde lopen
die tegen je zegt: je kan niet altijd
zo zwaar zijn.

En dan nóg een: een kind
met elk van zijn handen
in een hand van een van zijn ouders
die hem samen optillen en laten schommelen
terwijl zij verder lopen.

Je maakt het lichte zwaar,
omdat je er niet goed in bent,
en niet van anderen wil leren.

Daarna word je enkel
om wat zwaar is gevraagd
en je hoopt dat je ondertussen
- je kan niet zeggen hoe -
beter zal worden in het lichte.
...

You can give hundreds of examples
of what weight is, but you remember
only one.

When you weigh
one hundred and twenty kilos because
you wanted to bump into someone
who would tell you: you can't always
be this heavy.

And one more: a child
walking between his parents
and holding their hands
while they lift him up together and swing him
as they walk.

You make the light heavy,
because you're not good at it,
and do not want to learn from others.

After that you only get asked
for things that are heavy
and you hope that in the meantime
- you can't say how -
you will get better at lightness.
...

Herinner je je wat je
je lang geleden wilde herinneren
beter dan, bijvoorbeeld, een hotelkamer?

Omdat je je wil herinneren
waar je niet meer kan komen,
begin je in een hotel.

Waar is het bed
als je de deur naar de badkamer opent
en zie je dan een bad?

Je herinnert je niet genoeg
om de kamer opnieuw in te richten
en de rest van het hotel daaromheen.

Je bent nog steeds thuis,
de plaats waar je wil dat je bent als je je niets anders meer kan herinneren,
niet in een hotelkamer
waar het buiten donker is,
bijna niets te zien door het raam,
maar je wil toch nog even buiten lopen,
omdat je daar niet eens die nacht wil blijven,
maar misschien wordt het daarna
makkelijker.

Is het een van de hotels
die zijn alsof het al lang geleden is?

Je heer herinnering
staat achter de receptie,
en ja, er is altijd nog een kamer voor je
ook als je pas laat in de avond aankomt,
maar je moet zelf al je spullen naar de volgende kamer brengen
als nog een ander aankomt.
...

Do you remember what you
wanted to remember long ago
better than, for instance, a hotel room?

Because you want to remember
where you can no longer go,
you start in a hotel.

Where is the bed
when you open the door to the bathroom
and do you see a bath?

You do not remember enough
to refurnish the room
and the rest of the hotel around it.

You are still home,
the place you want to be when you can't remember anything else,
not in a hotel room
where it is dark outside,
almost nothing to see through the window,
but you still want to go out for a little walk,
because you don't want to spend even that one night there,
but maybe it will be easier
afterwards.

Is it one of the hotels
that are like it is already long ago?

Your lord memory
is at the reception desk,
and yes, there is always a room free for you
even if you only arrive late at night,
but you have to take all your stuff to the next room yourself
if someone else arrives.
...

The Best Poem Of Nachoem M. Wijnberg

SONG

Not long ago
it rained hard,
not long ago
it got dark.

I didn't go on
until it had stopped,
so I had to wait
until it stopped.

I heard the rain
fall from great heights
and could have sat
outside on the grass.

The rain as a crown
on my head, or
as if I hadn't yet begun
and got to say when.

Like in a song:
once and once again,
afraid it has changed
or remained unchanged.

Nachoem M. Wijnberg Comments

Nachoem M. Wijnberg Popularity

Nachoem M. Wijnberg Popularity

Close
Error Success