KAMERVERHUURDER Poem by Tomas Lieske

KAMERVERHUURDER

Wat trekt mij in jou aan? Ik luister aan je deur.
Ik draai je kleren in mijn hand als jij met jonge
sprongen dit huis weer hebt verlaten. De huid
om je heupen, je geur, je rollend plaatsen.

Alles is in bruikleen aan jou afgestaan. De ruimte
die jij met krijt van ziel hebt volgestreept
opdat je lijf kan schuilen, die jij tot roofdierkooi
hebt verbouwd; een vertrouwd pad is uitgesleten
in het kleed tussen wasbak en de wand.

De buizen die ik aanleg om jouw adem
op te vangen en jaren te bewaren; de stalen draden
die ik span om jou zacht te laten vallen. De muren
die ik leegschep om jou te kunnen zien. De bakken
die ik plaats om jou weer in je kooi te lokken.
Je rokken die om je in brand gestoken benen staan.

Kijk, hier zit ik stil voor je kamer; op de hoogte
van het risico. Met een verbeterd oog, een langer
en gevoeliger membraan;
met gespannen vliezen en holgezogen
nappen; met een gevederd oor.

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success