O plompe jongedame met quasi-
dromerige ogen en pronte uier,
toen u in de ban van de zon zojuist
de vreemdste sprongen maakte,
zo ontroerend door het dolle heen,
vertrapte u per ongeluk een
tureluurtje - snavel aan gruzelementen,
ingewanden op verenkleed,
‘t vogeltje heeft ‘t niet overleefd.
Maar ‘t u wel, in een split second,
vergeven, ‘t is dat u ‘t weet.
Zoals u ook mij vergeeft, dame,
dat ik op u neerstrijk nu
om een klein kwartiertje van
uw bloed te drinken. Of zoals ikzelf vergeef,
de schuw flirtende boerendochter
die net naar me uithaalde ineens
terwijl ik aan het zonnen was, half
meeluisterend vanaf mijn lievelingspaal
naar de hakkelende boerenzoon
die haar probeerde te vragen samen
langs ‘t water een wandeling te maken
maar steeds onherroepelijker in zijn
schaamte steken bleef.
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem