Verwikkeld in een sneeuwbui op het strand
vind ik mij bevangen in de wachtkamer van de hel,
verast tot een amalgaam van afgrijzing en verlangen,
hoor hoe vreedzaam de zee rond mij hangt,
alsof ze geen weet heeft van de monsters
die in haar doodbedaarde gebaren het licht bedillen.
Kon ik maar grijnslachend gillen: één twee drie los!
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem