VEER Poem by Ruth Lasters

VEER

De alles-komt-goed-man van ijzer en raderwerk
dient opgedraaid door, elke dag, een andere
burger. Alleen met degelijk opgewonden veer

schreeuwt hij schokkend bewegend door stad en steeg:
‘Alles, alles komt altijd
goed!' Wie vergeet zijn opwindkeer wacht een boete/blaam/dood-

straf (bijlange lange niet, lieverd, die is zelfs niet
voor wie tracht te brouwen een hoogst giftig
onsterfelijkheidselixir). Ernstig: wie verzaakt aan zijn veer-

opdraaiplicht dient geblinddoekt te zoeken voor de bouw
van een alles-wordt-
beter-man bijzondere bouten, talloze schroeven uit

schroot.

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success