Zij droomt zich een stoel Poem by Eva Cox

Zij droomt zich een stoel

Zij droomt zich een stoel,
touw om de enkels,
metaal van een loop in de nek.
Maar niets dwingt.
Niets dat woorden uit haar vingers wringt.
De polsen gebonden aan pannen en emmers,
de mond aan een mond, het hart aan twee poppen.
In de verte de pen.
Splinter in het lampgeel van de kamer.
Tussen haar en daar een web van stemmen
dat haar stopt. Als een dolle bal.

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success