Sasja Janssen

Sasja Janssen Poems

Ze laat achter een ijswit mannenhemd aan een spijker
een trui die smerig grijs mijn navel dreigt, schoenen voor
aan een blote wreef, de kalkmuur een aalmoes, voor straks alleen.

Komt vertrek zeggen, kijk, dag dag nirwana, waarom dan
zich een laatste keer laten dekken als een tafel zonder gast, een likkepot
voor op het linnen?

Ze spreidt naar het kleine kleinere aanminnigste allerbinnenste
waar ik zie hoe verlaten ik ben.
...

Tot vandaag alleen woorden gebruikt, maar zijn daarmee
moeten ophouden, de ramen dampen van onze gist

door het spartelende, het vallende, het tedere, het misselijke
het zoete, het vleselijke, het blauwige bengelen om elkaars hals.

We hebben ons gezongen. We hebben ons voor het eerst.
...

Just used words until today, but were forced
to stop that, the windows steaming up with our yeast

through the grabbling, the falling, the tender, the nauseous
the sweet, the fleshly, the bluish dangling round each other's neck.

We have sung ourselves. We have ourselves for the very first time.
...

De melk kookt ochtendgeel over het emaillen pannetje
zijn bodem als jonge zwarte aarde, dat angst
niet van nachthuilers is, of van zwarte gal, of het eindige
het kwaadaardige talud en zijn papavers.
Waar is het dan wel van, kleine melk?

Van diepe tuinen waar luchtwortels je adem afpakken
pissebedden in je schede schuilen, vingers uit je buik
draaien. Ik haal mijn schouders op, jut het vuur op.
Met de steel tegen mijn middenrif voel ik hoe kleine melk
mijn hand heet bespot, met verse aarde om hem in te begraven.
...

The milk cooks to morning-yellow over the enamel saucepan
its bottom like young black earth, that fear
does not belong to night-time criers, or to black bile, or the terminal
the malicious talus and its poppies.
What does it then belong to, little milk?

To deep gardens where aerial roots take your breath away
wood lice take shelter in your sheath, fingers burrow
out of your stomach. I shrug my shoulders, stir up the fire.
With the rod against my midriff I can feel how little milk
is hotly mocking my hand, with fresh earth to bury it in.
...

Je wou het zien, hoe ik geworden ben.
Kwam het door de kinderen, ze schreeuwden
je dromen op stokjes.
Zij waren het, maar ik laat ze spelen.
Ben je teergevoelig.
Voortaan alleen nog het heelal, steppen en zeeën, zonder ik.
Ga je ik vergeten?
Mag ik je nog overal één keer pakken.
Pak me dan, als je kan.
Maar ik ben het niet meer, ik zit al onder de modder.
Ik ben van de metalige rivier, de rode aarde.
Is het om de anderen?
Ik ben de anderen.
Het is om de geilheid.
Het is om het verlangen.
Ik vergeet je niet.
Sstt, praten is voer voor de waan.
Ik had hem zo lief.
Ik kon niet meer zonder.
Zie je hoe de wereld om ons harder beweegt?
Nee, ik voel een groengouden kever
in mijn boezem, hij wandelt me in de war.
Maakt hij je gek, liefje?
Wil je nog één keer schmieren.
Nee, ik heb genoeg.
Ik trek haar uit, mijn species.
Zij is van jou, doe ermee wat je wilt.
Zeg dag. Ik zeg dag.
...

You wanted to see, what I had become.
Was it the children, they screamed
your dreams on stilts.
They were, but I let them play.
Aren't you the sensitive one.
From now on only the cosmos, steppes and seas, without I.
Will you forget I?
Can I grab you all over one last time.
Grab me then, grab me if you can.
But it isn't I any longer, I am already covered in mud.
I am of the metallic rivers, the crimson earth.
Is it because of the others?
I am the others.
It is because of the horniness.
It is because of the desire.
I won't forget you.
Sssh, talk just feeds into delusion.
I loved him so much.
I couldn't go without.
Can you see the world move faster around us?
No, I can sense a green-gold beetle
in my breast, it leads me to confusion.
Is it driving you mad, dear?
Would you ham it up one last time.
No, I've had enough.
I cast her off, my species.
She is yours, do what you want with it.
Say goodbye. I say goodbye.
...

The Best Poem Of Sasja Janssen

ZE LAAT ACHTER EEN IJSWIT MANNENHEMD

Ze laat achter een ijswit mannenhemd aan een spijker
een trui die smerig grijs mijn navel dreigt, schoenen voor
aan een blote wreef, de kalkmuur een aalmoes, voor straks alleen.

Komt vertrek zeggen, kijk, dag dag nirwana, waarom dan
zich een laatste keer laten dekken als een tafel zonder gast, een likkepot
voor op het linnen?

Ze spreidt naar het kleine kleinere aanminnigste allerbinnenste
waar ik zie hoe verlaten ik ben.

Sasja Janssen Comments

Fabrizio Frosini 10 August 2018

Sasja Janssen (1968) is a Dutch poet and writer. She teaches poetry at the Schrijversvakschool Amsterdam.

7 0 Reply

Sasja Janssen Popularity

Sasja Janssen Popularity

Close
Error Success