Leonard Nolens Poems

Hit Title Date Added
1.
GRAFSCHRIFT

Ik heb een liefde die zo oud is als ikzelf.
Zij kan niet dood zolang ik zelf geen dode ben.

Zij gaat zo graag gebukt onder mijn naam.
Zij publiceert mijn vlees en bloed tot alles op is.

Zij leurt met heel oud nieuws van mij de wereld rond
En blind sorteert zij regels die ik nooit verstond.

Ik heb een liefde, zij is altijd in gevaar
En kan pas weg als ik hier zelf de weg niet ken.

De weg die wij nu gaan, wij rollen hem langzaam op
Tot een steen. Die leggen wij straks op ons graf.
...

2.
EPITAPH

I have a love who's as old as my self.
She cannot die as long as I'm not dead.

She so likes being burdened by my name.
She publishes my flesh and blood till it's all gone.

She hawks outdated news of me around the world
And blindly sorts the lines I never understood.

I have a love, she's always in danger
And can only leave when I don't know the way.

The road that we are on, we roll it slowly up
Into a stone. We'll lay it one day on our grave.
...

3.
IK

Vandaag hebben vijf miljard mensen ik gezegd
Met een zoen, een scheermes, een bord spaghetti, een schot.
Het maakte mij uit. Het maakte mij vijf miljard ik.
Wij noemen dat werkelijkheid. Het heeft geen naam.

Vannacht hebben vijf miljard mensen jij geroepen
In brieven, op straat, in kroegen, in bedden, op bruggen.
Het maakte mij uit. Het maakte mij vijf miljard.
Wij noemen dat wereld. De wereld. Het heeft geen naam.

Maar ik ben het. Ik ben het hier vijf miljard keer.
De wereld is altijd vijf miljard ik.
De werkelijkheid is altijd vijf miljard.
Vandaag hebben vijf miljard mensen mij gezegd.
...

4.
I

Today five billion people said I
With a kiss, a razor blade, a plate of spaghetti, a shot.
It made a difference to me. It made me five billion times I.
We call that reality. It has no name.

Last night five billion people cried you.
In letters, in the street, in pubs, in beds, on bridges.
It made a difference to me. It made me five billion.
We call that world. The world. It has no name.

But I am it. I'm it five billion times.
The world is always five billion times I.
Reality is always five billion.
Today five billion people said me.
...

5.
LIEFDES OEVERS

Afstand en afscheid nemen is de geile metafysica
Van mannen die hun liefde heet en vochtig houden
Op een verre plek, en zo hun dagen koken.
Weggaan, met de deuren slaan, is pure dweperij
Van vrouwen die hun minnaars hebben ingeslikt
En louter godsdienst maken van hun zwellend lijf.

Ik ken die twee, ze zijn alleen, maar voor elkaar.
Ze hebben tijd, dezelfde, maar op gronden die verschillen
Als de oevers van dezelfde hemelsbrede stroom.
In dat water liggen zij afgrondelijk gespiegeld
Het verstrijken te bekijken, het bekijken te verstrijken.
En geen mens die weet wat in die twee gevaren is.
...

6.
LOVE'S BANKS

Taking distance and leave is the horny metaphysics
Of men who keep their love hot and moist
In a far-off spot, and so cook their days.
Leaving, slamming doors, is the pure zealotry
Of women who have swallowed their lovers
And make their swelling bodies into sheer religion.

I know those two, they are alone, but for each other.
They have time, the same one, but on grounds that differ
Like that banks of that one widespread stream.
In that water they lie abysmally reflected
Viewing the passing, passing the view.
And not a soul who knows what has got into them both.
...

7.
PARANOIA

Ze zeggen dat dichters hun tong in bedwang moeten houden.
Zij, dat zijn die modejournalisten die mijn kleren kraken
En morgen mijn ontwerpen dragen. Dat zijn die keukenmeesters
Die souperen van mijn vlees en in mijn pannen spuwen.
Dat zijn die onkruidverdelgers en dode dokters van de poëzie.
Maar wie heeft de naakten gekleed, de hongerigen gespijsd?

Nee, mijn door de wol geverfde tong van jullie is ook van mij
En wat ze doet is nu eenmaal vaak pathetisch gedacht.
Jullie metrische colbertjes en rijmbroeken, daar pas ik voor.
Jullie zoutloze sonnettenfoto's, nee, pardon, merci.

Ik kan het ook niet helpen, de subliemste prosodie
Komt uit de darmen, elke ziel denkt finaal intestinaal.
(Anders staat het met mijn Hoofdletter, hier komt ze:
Zij is de solsleutel van mijn dwarse notenbalken.)

Dit charmeert of epateert misschien. Het was niet zo bedoeld.
Veel van deze regels is met haat en nijd ineengetimmerd,
Ook met goede voornemens, mijn weg gaat naar de hel.
Wie lijdt gaat naar de hel, aan pijn is geen verdienste.

Woorden, zaad en centen zijn gemaakt om te rollen.
Zet ze nooit op het spaar boek van de evidente vorm.
De innigste vorm zit in het ritme van de vent: poëzie
Met kloten dus, zoals Pavese zei, en hij slikte zich dood.
...

8.
PARANOIA

They say that poets should keep their tongue in check.
They, they are the fashion journalists who slate my clothes
And tomorrow wear my designs. They are the kitchen inspectors
Who sup on my flesh and spit in my pans.
They are the weed killers and dead doctors of poetry.
But who has clothed the naked and fed the hungry ?

No, the tongue you have stained on your slides is also mine
And what you is actually pretty pathetic.
Your metrical jackets and rhyming britches, count me out.
Your salt-free sonnet snapshots, excuse me, no, merci.

I can't help it, the sublimest prosody
Comes from the guts, ultimately every soul thinks intestinally
(Unlike my capital letter, here she comes :
She is the C clef of my horizontal staves.)

Perhaps this charms or startles. It wasn't meant to.
Many of these lines are hammered together with malice and hate.
Even with good intentions, my road leads to hell.
If you suffer you go to hell, there's no percentage in pain.

Words, seed and cents were made to spend freely.
Never put them in the savings book of the evident form.
The deepest form is in the fellow's rhythm poetry
With balls, therefore, as Pavese said, and he gulped his death.
...

9.
ZEG AAN DE KINDEREN DAT WIJ NIET DEUGEN 10

Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen,
Dat wij hen verwekken om laf te verdwijnen
In weerloze wezens, om op te gaan
In de mens die wij zoeken door mensen te kweken.
Wij scheppen problemen om ons te verlossen

Van ons. En een ander draait op voor mijn roes.

Wij geven afwezigen graag het gezicht
Van onszelf, het adres, de verjaardag, de roepnaam
Van wie ons ontbreekt. En wij maken een dochter
Van ons gemis. En wij zogen een zoon
Wiens dorst ons onachterhaalbaar herhaalt.
...

10.
TELL THE CHILDREN WE'RE NO GOOD 10

Tell the children we're no good.
We beget them, then cravenly turn
Into helpless beings, and merge
With the person we seek by breeding new people.
We create problems to deliver ourselves

From ourselves. Someone else takes the tab for my high.

We're fond of giving those absent our own
Face, the address, the birthday, the pet name
Of the one we're missing. And we make a daughter
Of our loss. And we suckle a son
Whose thirst repeats us in irretrievable ways.
...

Close
Error Success