7 DE EERSTE BRIEF (FRAGMENT) Poem by Lies Van Gasse

7 DE EERSTE BRIEF (FRAGMENT)

Als ik aan het einde van mijn eigen wake
mottig uit de kringen om mijn ogen blik,
dan zie ik door de glasgordijnen
onze bode komen op zijn zware fiets.

Hij brengt een brief. ‘Aan Kaspar' staat erop, ‘mijn zoon',
in klare letters die doorbloeder lijken dan de pop
die hier ooit aankwam en die zelfloos lag te rillen
in het metalen bed.

Beste Kaspar, lieve jongen,

Vanochtend ging de zon op over een wereld waarin ik een zoon had.
Vanavond doorprikken de sterren een hemelgewelf waaronder
een vader slaapt.

De manier waarop ik dit vertel is niet de goede, maar krachtig trekt mijn
hand de pen over dit blad. Deze brief zal de eerste zijn van vele.

De brieven zijn slechts de verzegelde herauten die mij op mijn reis zullen
voorafgaan. Want ik kom naar je toe.

Deze woorden schrijf ik in een roes. Ze vallen me lichter dan de woorden
die ik zal spreken wanneer ik je gevonden heb. En voor het zo ver
is, hoop ik dat jij me een teken geeft.

Ik heb de nacht doorwaakt, als een wissel voor de nachten die ik niet aan
de rand van je bedje doorbracht. Je bedje, ach, [onleesbaar] geen
kind meer bent.

De brief gaat in zijn omslag, mijn koffers zijn gepakt. Ik vertrek met
verlangen en onzekerheid.

Steeds nader tot jou,
Liefs,
je vader

Toch, de uitwerking is minder. Hauser
ziedt en loopt de kamer uit. Ik loop hem
gillend achterna. Begraaf zijn wezen

in mijn armen. Niet mijn handen
maar verzegelde herauten
doen hem in mijn warmte komen.

Zo vlucht mijn Kaspar die doorwaakte nacht
voor het slap sujet dat zich zijn vader noemt.
En ik begrijp dat hij wil kiezen
voor wat vóór hem ligt.

Wij pakken onze benen, tillen alles over de
omheining en het hospitaal verdwijnt.
Dag vader, laat uw letters in uw brieven,
Zoek niet, kom niet nader.

Hauser wil geen vader.

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success