Toe maar, probeer het maar, kleed mij maar uit
Tot op het bot, ik blijf de laatste snit
Van je pak, de uitgeslapen rechthoek
Van je bed, je handigste vorm van hoop.
En jij, jij bent toch maar een glimp
Van mij, ach jij, mijn kettingrokende schaduw
Tussen twee treinen, mijn kreunende schim
Met koffers, jij, mijn hinkend spook
Dat weg zal spoelen in de trage draaideur
Van een afgedankt station.
Toe maar, probeer het maar, vergeet me maar,
Mijn vriend, mijn volmondig afwezige slaaf
Ik ben je zweep, jij bloedt mijn uren uit.
Ik ben je werk en jij bent mijn bediende.
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem