ER IS TE VEEL WILD Poem by Jan H Mysjkin

ER IS TE VEEL WILD

Je jaagt een vlucht patrijzen op, die zich duidelijk zichtbaar een honderdtal meter verder neerlaten.

Blackbucks! Blackbucks!

Je laat het verwaarloosbare pluimgedierte vallen voor de voordelige viervoeters. Een patrijs mag je voor de voeten lopen, je schiet niet, uit schrik de Blackbucks een of ander struikgewas op een mijl afstand in te jagen. Nu hebben de Blackbucks niet op je gewacht. Je gaat weer achter de patrijzen aan.

Peacocks! Peacocks!

Je ziet ze, fladderend of trippelend in de verte, zo groot dat kraaien ertegen vliegen zijn. Om je heen regent het patrijzen en kwartels, hazen snellen met vredige tred tussen het hoge gras. Je schiet niet, uit schrik de Peacocks, op honderd pas van je vandaan, op de vlucht te jagen. Nog even, en je bent er!

Pig! Pig!

Godallemachtig, een pig, wat nu gedaan? De Peacocks zijn daar, vlakbij. Je hoeft alleen nog tot achter die rij rotsen te sluipen en je hebt ze binnen schietbereik. Maar als je schiet, jaag je de pig op de vlucht. En een pig, nietwaar . . .

Pief! Poef! Paf!

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success