Soms bloeide mijn moeder op
En kon ze als Brugman praten -
Een waterval, kip zonder kop -
Een verleden zonder hiaten -
Meestal zweeg ze. Ik denk aan haar
Als aan een ijzig rustende,
Onbenaderbare pilaar.
Je zou haar niet snel kussen.
Dement. Ze kakelde weer.
‘Jongen, wat ben je groot'
‘Het was fijn, maar nu niet meer'
‘Wanneer ga je weg?' - en toen dood.
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem