Wat is een hand? Dat lijkt een naïeve vraag, maar in een era van reproducties en, al dan niet door the clash of cultures veroorzaakte, plastische chirurgieën lijkt de kunstenaar in weinig nog op de supermens die de romantiek en het futurisme van hem wilden maken. En misschien is dat maar goed ook. Het is niet altijd even prettig maar wel heilzaam om in de nabijheid van zichzelf te raken. Van de exploitatie van bluf is althans zelden iemand beter geworden en zonder tegenbericht kent een reproductie een origineel, dat men onironisch ‘natuurlijk' mag noemen. Men kan nu zijn eigen hand aan een gedegen onderzoek onderwerpen, alsof dat toch tamelijk intieme lichaamsdeel oneigenlijk raakte. Wordt de hand van de een dan de hand van de ander? In 1968, toen er ten minste een generatieclash en een geheugenclash wilde ingeluid, schreef Ton Lemaire in het essay De tederheid: ‘De hand - orgaan van het ongelukkig bewustzijn - komt tot zichzelf in de meedogenloosheid van de allesvervormer en de vertroosting van de liefkozing.'
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem