Marc Kregting

Marc Kregting Poems

In reine bittertongen beeft een zinderend
en lief verraad, een rand, een bronnenschuld
die leeft voor wankelen als voor beraad.
Een vlammen eerst en een berouwen, een asvat
en een zucht als zoen, want dat zij slechts
maden trouwen en zij niet dan asreuk doen.
Een heel berekenend gelag van hemeling en
film verhechten, vileine keten minnen zag
in raadselen zich los te vechten. De ruime
hindernis van vaart en wijd gewankel een
zwijmelen en stillen is, betekenend bedaard.
...

In pure bitter tongues trembles a blistering
and sweet betrayal, a rim, a fountain debt
which lives for reeling as for deliberation.
A blazing first and a rueing, an ashbin and
caress-like kiss, because that they merely marry
maggots and don't then the ash-smell wish?
A very calculated meal of heavening and film
entwine; vicious chain courting was able to
struggle free in rhyme. The spacious obstacle
of speed and general reeling a swooning is
and silencing, significantly self-possessed.
...

Op zijn haar nevel die afhangt, helersmoe.
Kwikzilver vermurwt boomtoppen; hij kamt
schaduw licht. De omheining rond zijn kraag
duimelt zakdoekpapier. Pater provinciaal,
beroeps is hij, verzamelt verloren brillen.
Van de stronk een lam getild. Koorts meer
is dan rijp. Lokaliseert hij in zijn wond
de pleisterplaats, richt een spitsvondige
blik. Achter zijn oog een bemoste sater met
folianten. Hij pinkelt wat, ter wille. Zoet
in gouden schalen. Dan acht hij zijn pupil,
keert en schrikt. Hecht zich een raadsel.
Wierook sliert uit de zijbeuk. Donker aan
zijn slapen. Een klankloze dissonant zoemt
om het weten. Wordt er iets aangekondigd.
Op zijn hoorn moddert zicht tot betrokken
en een engte die hij als wezenlijk benoemt.
...

In his hair mist droops, healer's-fatigued.
Quicksilver mollifies treetops; he combs
shadows lightly. The palings round his collar
fumble handkerchiefs. Father provincial,
a professional, collects lost spectacles.
Raised a lamb from the stump. Fever is
more than ripe. Located the halfway house
in his plaster-wound, throws a witty glance.
Behind his eye a satyr lush with folios.
He fingerdrums at beck and call. Sweetmeats
in golden bowls. Then weighs up his pupil,
turns and takes fright. Sutures a riddle.
Incense trails from the side aisle. Dark around
the temples. A toneless dissonant hums
about knowledge. Something is announced.
On his horn sight muddles towards concern
and a narrowness he considers substantial.
...

Een vorkje prikken naast het gebak. Amusant
mocht het zijn, dat voorgerecht op sprakeloos.
Het kwik tussen de toppen van bomen, in fijn
vingerglas. Er ligt overeenkomen tot corvee.
Denk je aan je hoge hakken? Vijzelt een omloop
het puntental. De alomtegenwoordige thermoskan.
Zacht schudden voor het stamijn, afgeknipt de
oogleden. Wie zegt heeft dat verre antwoord.
...

Jabbing the fork next to the cake. Amusing
this could be, that starter to speechless.
The mercury between the treetops, in delicate
panic glass. There lies resemblance with chores.
Don't forget your high heels. A circulation jacks
up the score. The ubiquitous thermos. Shake out
gently in front of the tammy cloth, those eyelids
snipped off. Who says has that far-off answer.
...

Vandaag heeft Stopnaald bezoek van de wolkaarder. Ga er maar aan staan. De wolkaarder komt niet binnen, want op een drempel valt weinig te beslissen. Hij schurkt tegen de deurstijl en Stopnaald zendt hem zijn beste groeten.
Toen Stopnaald een belofte was, kende hij een mannetje dat een perfecte scheiding legde. Zijn haar werd b.v. lucht.
Inmiddels is de hemel bedekt zodat er geen allesgebed doorkomt. Er liggen zeven lakens klaar die druppelen en dus gehangen moeten. Maar de wolkaarder staat nog, het tocht, en Stopnaald vouwt zijn groeten onderhand in een behaatje. Hij heeft dorst en fatsoenlijke manieren. Drink nooit tegen bezoek dat weifelt op bezoek te gaan. Wellicht dient Stopnaald ronduit te gaan zitten op de biezenmat, dan kwam er een eind aan de hoge druk op zijn regelmaat. Wel staat de wolkaarder verwijtend, tegen de stijl die een bijna net zo lief dier is als de peddel. Hij ruwt gewichtige berichten.
Stopnaalds moeder moest ooit bevallen, een lijvig verhaal.
De wolkaarder heeft lekke voeten. Nee, dan Stopnaald. Hij zou zichzelf niet zijn als hij draad had, repareert het slot op zijn kruin.
...

Today Darning Needle receives a visit from Woolteaser. Not to be sniffed at. Woolteaser does not enter, because there's little mind to be made up on a doorstep. He scratches himself against the doorjamb and Darning Needle sends him his best wishes.
When Darning Needle was a promise, he knew a man that could make a perfect parting. His hair e.g. turned to air.
By now the sky is overcast so no all-in-prayer gets through. Seven blankets lie ready but dripping and hence need to be hung. But Woolteaser is still standing, there's a draught, and Darning Needle folds his greetings flatly in a mini-bra. He's thirsty and good manners. Never sip with visitors who waver to come calling. Probably Darning Needle ought to sit down simply on the rush mat; that would put a stop to the high pressure on his clockwork. Woolteaser does lean reproachfully against the stile almost as sweet an animal as the paddle. He raises weighty messages.
Darning Needle's mother had to give birth one day, a hefty story.
Woolteaser has leaking feet. Not so Darning Needle. He wouldn't be himself with thread, repairs the lock on his head.
...

Wederrechtelijke toe-eigening der veestapel
spreekt zich zelden goed. Wat echter houd
je anders na, zonder traktement (gonje van
de opoe). Vandaag heb je zin in een dartel
klein geitje. Het toeval wilde dat er daar
één kwam. Wel was het vol wagensmeer, want
het had moeders gebaard. Pak er een forse
schep bij - zwarte koek moet je afsteken.
Erna was je de handen, maar niet rumoerig.
...

Extrajudicial appropriation of livestock
rarely accounts for itself. But what else
would you detain, without recompense
(grandma's burlap). Today you feel like
skittish kid. Chance has it one showed
up. Full of axle grease though, because it
had borne mothers. Grab a sturdy shovel -
you have to set off placenta. Afterwards,
wash your hands, but not with palaver.
...

Omdat de djaga ketels thee uitgoot omdat ik niet loskwam van een roerloze omhelzing omdat mijn voeten gezwollen waren, at ik - de eens innemend wordende mevrouw - wekenlang bleekselderij.
...

Because the djaga poured out kettles of tea because I couldn't untangle myself from a stock-still embrace because my feet were swollen, I - a woman once becoming prepossessed - ate blanched celery for weeks on end.
...

Wat is een hand? Dat lijkt een naïeve vraag, maar in een era van reproducties en, al dan niet door the clash of cultures veroorzaakte, plastische chirurgieën lijkt de kunstenaar in weinig nog op de supermens die de romantiek en het futurisme van hem wilden maken. En misschien is dat maar goed ook. Het is niet altijd even prettig maar wel heilzaam om in de nabijheid van zichzelf te raken. Van de exploitatie van bluf is althans zelden iemand beter geworden en zonder tegenbericht kent een reproductie een origineel, dat men onironisch ‘natuurlijk' mag noemen. Men kan nu zijn eigen hand aan een gedegen onderzoek onderwerpen, alsof dat toch tamelijk intieme lichaamsdeel oneigenlijk raakte. Wordt de hand van de een dan de hand van de ander? In 1968, toen er ten minste een generatieclash en een geheugenclash wilde ingeluid, schreef Ton Lemaire in het essay De tederheid: ‘De hand - orgaan van het ongelukkig bewustzijn - komt tot zichzelf in de meedogenloosheid van de allesvervormer en de vertroosting van de liefkozing.'
...

What is a hand? That might seem a naive question, but in the age of reproduction, and, whether as a result of the clash of cultures or not, plastic surgeonisation, the artist hardly resembles the superman Romanticism and Futurism would have made of him. Maybe that's for the best. It isn't always pleasant but at least beneficial to achieve a proximity to oneself. After all, the exploitation of bluffing rarely did anyone much good and without evidence to the contrary every reproduction has its original, which, without irony, is legitimately referred to as ‘natural'. One can now submit his own hand to a thorough investigation, as if that rather intimate limb has grown into something figurative. Does this make the hand of the one the hand of the other? In 1968, when at least a generation clash and a memory clash had wanted heralding in, Ton Lemaire wrote in his essay Tenderness: ‘The hand - instrument of the disaffected consciousness - comes to itself in the mercilessness of the all-embracing transfigurer and the consolation of the loving caress.'
...

Voor de ruit verdrongen zich tallozen in volgorde van afgang. Toch moest dood vogeltjes zoveelste moeder eerst even melden, de schouders naar achteren werpend, dat rancune geen pas gaf. Ze hadden gezegd dat de velden vol wonderbaarlijk wit lagen. Fatsoen behelsde geen ander omkijken dan dat van de montere blik waaraan geen monnikskapspier te pas kwam. ‘Dat ligt vast en dat weet je maar al te goed.' Dood vogeltje zag zoute bergen van steen die het al had laten gaan. Anders uitgedrukt, rancune was niet chic, leidde tot ongerichte plasmastroming; men diende geen zenuwknoop bloot. Men moest überhaupt nooit zijn tanden laten zien maar de veren opsteken en die slechts in goedertieren gezelschap laten hangen. O Sint-Apollonia, in hets handen bliezen dood vogeltjes kiezen bleekzucht, de terechtwijzingen in (wie ongevraagd zijn diepste zielenroerselen openlegt wordt een poseur). Maar wacht even, dacht het, wie nooit ongelijk bekent zal evenmin zijn excuses aanbieden: hoogst bereikbaar is het perforeerbare neem me niet kwalijk. Het was in een winkel in tweedehands computers, om om te smelten tot vegaburgers. Dood vogeltje jongleerde alweer met de kruipolie, terwijl het doorgewinterde berichten kreeg uit hets vullingen. Door wilde het, door.

Voor een goed stabiliteitspact moest dood vogeltje honnepon zijn, opschietend met een sluimerende politieke verkoudheid. Zeer koud is het dat het verbrandt en hetzelf tot grote blijdschap stemt. Winnaars hebben geen pijn, hun iets anders toewensen is laag, de bloem narcis. Of intelligibel ongewenst en dat dan niet opbiechten. Inslikken? Het is niet slim om te zeggen dat je slim bent. Het is wel dom om te zeggen dat je dom bent.

Voor het af was. Als een ouwel om een toegevouwen brief spannen de netten om hets buikje dat anders niet te bruinen is. Van de agaten zon, zeker gevangen door de onberispelijke steppen, mocht de straling niet worden onderschat. Het zou tevens infaam zijn, berispt dood vogeltje hetzelf tot het nut van het algemeen en voor de veiligheid excommuniceert het het. Maar het vloeit waar het niet gaan kan en is dat een mirakel? ‘Als je ogen iets onaangenaams zien sla je gauw je handen ervoor of doe je ze dicht. Maar sla jij je handen maar eens voor je gedachten, doe jij je gedachten maar eens dicht,' schreef Charlotte Mutsaers. Hoe zou het eigenlijk zijn indien dood vogeltje met dezelfde maatstaven bejegend werd als die waarmee het hets autres bejegent? Was het de bok met de orthopedische schoenen? Het beluistert muziek. Claxons en ongelukken vallen steevast ritmisch perfect. Ook wil dood vogeltje een tartaartje bakken om een boterham door de jus te kunnen halen. En eindelijk mocht het er bij prijsaanpassing uit. Poppen werden gerold, velden aangerand door gras - dat kon bijten.
...

Countless jostled in front of the window in order of letdown. Yet still dead birdie's umpteenth mother, throwing her shoulders back, exclaimed that rancour was out of step. They had said that the fields were covered in wondrous white. Decorum called for no more tending than that of a quick vivacious glance that didn't involve a cowl muscle. ‘That's set in stone as you know full well.' Dead birdie saw salty mountains of stone, which it had already let slip. In other words, rancour wasn't chic, brought about haphazard plasma-flows; one shouldn't minister naked ganglion. And under no circumstance should one bare one's teeth but prick up one's feather and even then only to waft them in compassionate company. Oh Saint Apollonia, in its hands dead birdie blew molars chlorosis straight into reprimands (he who bares his deepest innermost uninvited becomes poseur). But hang on, it thought, he who never admits blame is just as unlikely to apologise: highest attainable is the perforatable excuse me. It was in a shop selling second-hand computers to be transmuted into vegan burgers. Dead birdie was once again juggling the lubricating oil, while it received dyed-in-the-wool messages from its fillings. Onwards it wanted, onwards.

For a good stability pact dead birdie had to be honey bun, making headway with a slumbering political cold. Extremely cold that it scolds itself and brings great joy onto itself. Winners are impervious to pain, wishing anything else on them is mean, the flower narcissus. Or intelligibly undesired and then failing to own up to it. Put up with it? It isn't smart to say you are smart. It is stupid though to say you are stupid.

Before it was finished. Like a wafer around a closely folded letter, the nets fit tightly round its belly that otherwise would not brown. The radiation of the agate sun, especially that captured by the impeccable steppes, shouldn't be underestimated. It would be equally ignominious, dead birdie chides itself to the benefit of the common good and for security reasons it excommunicates it. But it will out where it can't and is that a miracle? ‘When your eyes spot something disagreeable you quickly cover them with your hands or you close them. But try covering your thoughts with your hands, or try closing your thoughts down,' Charlotte Mutsaers wrote. What would actually happen in the event of dead birdie being treated according to the same criteria as with which it treated its autres? Was it the billy goat with the orthopaedic shoes? It listens to music. Honking horns and accidents invariably coincide rhythmically perfect. Dead birdie still wants to fry a minced steak so it can dip a slice of bread in the gravy. And finally following a price adjustment it was let out. Snowmen were built, fields raped by grass - that could bite.
...

- Boven deze bergen van zout treedt verlies op
in naam. Deze zoute bergen zijn van steen die
je al had laten gaan. Omnipas, huiver van de
hoogten, in het te specifieke van het van gods
eigen nazaten genoemde vergeven onderland.
Huiddoorlaten jij, de leider van al hunner die
niet beter weten dan het gevolg van de eerste
oorzaak, bewogen hebbend in het vriezend oog.
Al verheugt je beminnen dat je bewegingloos.
Zeer koud is het dat je verbrandt en jezelf tot
grote blijdschap stemt. De netten spannen om
je buikje dat anders niet te bruinen is en waar
dicht je de agaten zon ziet, weet je te verhogen.
Tot het nut van het algemeen valt bovendien af
dat er aan je besluiten geslepen wordt, zodat de
komende tijden lokkend aan je voorbij. Je kiest.
Of je zwenkt, steeds wenkt de weduwesluier -
...

- Above these mountains of salt, loss sets in
in name. These salty mountains are from stone
that you had already let slip. Omnipass, tremble
at those heights, in the over specified absolved
underland of god's own said direct descendants.
Skinlucent, you, leader of all theirs who know
no better than the outcome of the prime cause,
having moved in the freezing eyeball. Even though
your love rejoices that you motionless. Extremely
cold it is that you burn and bring great joy onto
yourself. The nets tighten around your belly that
otherwise would not brown and where close you
see the agate sun you can lift on high. Moreover
the benefit of the common good secedes how your
decisions are broken asunder, so that the times
a coming beckon you bygone. You choose.
Or you swerve, as the widow's veil billows -
...

O fatale aantrekkingskracht. Zou Melvin haar
nog in zich hebben ongeschokt, bij zijn moers
comeback? Hoor ijlings ‘Grab my wheelchair'
en alle vrouwtjes worden weer helemaal gek.
Wikkel je als het ware geen dood om het hart?
Exit rafelt, wordt door woorden geblokkeerd.
Dan heb je zeker zin in een vrij weetje? Er is
en is vee. De thermoskan lispelt, verstaat elk
bedrog (‘zichtrekening drijft symbolieken in
wijwatervat'). Of snap je andermaal niets wat
iemand onthouden kan? Strijden bidt schieten.
En mocht er pijn grenzen aan je haar, strik je
je veters. Hoe anders wil je uit je gedachten iets
halen als het er deel van is? Door tovermacht?
...

O fatal laws of attraction. Would Melvin have
unshaken her in him at his mum's comeback?
Hear post-haste ‘Grab my wheelchair' and all
the dames go out of their minds again. Aren't
you wrapping the heart in death as it were?
The exit frays, is blocked by words. So you must
be in the mood for a free detail? There is and is
cattle. The thermos lisps, understands every deceit
(‘current account herds the symbolic into holy-
water font'). Or do you once again not get what
someone can remember? Fighting prays shooting.
And if there is pain bordering your hair, you just
tie your laces. How else can you distil something
from your thoughts if it is part of it? With magic?
...

The Best Poem Of Marc Kregting

In reine bittertongen

In reine bittertongen beeft een zinderend
en lief verraad, een rand, een bronnenschuld
die leeft voor wankelen als voor beraad.
Een vlammen eerst en een berouwen, een asvat
en een zucht als zoen, want dat zij slechts
maden trouwen en zij niet dan asreuk doen.
Een heel berekenend gelag van hemeling en
film verhechten, vileine keten minnen zag
in raadselen zich los te vechten. De ruime
hindernis van vaart en wijd gewankel een
zwijmelen en stillen is, betekenend bedaard.

Marc Kregting Comments

Marc Kregting Popularity

Marc Kregting Popularity

Close
Error Success