Erik Menkveld

Erik Menkveld Poems

Okay we never stick our fingers in there
not even using knitting needles screwdrivers or nails
totally lethal okay but the current in those little holes
so what is that you can't see it please explain.
...

See us standing successfully here: a seasoned
wearer of a petrol-blue skirt,
a lilac bodice that cups her breasts like
an open calix, with studied childlike mouth
...

Already when the specimen was being served
adjoining tables stopped the digging
of further trenches in the chestnut purée,
...

Through reddish brown ferrousness concealing its soil
it rages meters down from paths on either side,
intensified dead nettle overruns the banks.
...

Now we're the window case
here in this kitchen, they
do look at the pretty
neighbour opposite
...

I.M. Gerard Rasch

How spontaneously we still spoke
in our well blooded quick to laugh
and clumsy bodies Gerard when
...

By the ditch's side I am sprouting udders,
in the air feathers stick into my skin.

In the mud behind some farms
a rooting disc is growing on my snout.
...

Hauls himself much like an overfull
suitcase into the drawing room,
coquettishly wags his meat croquette,
spins on his axis
...

Zeult zich als een veel te vol
gepakte koffer de salonkamer in,
kwispelt koket met zijn vleeskroket,
draait om zijn as
en nog een keer
gaat liggen op de smyrna

en een jaar of dertig later
weet ik niet waar ik hem zag
op welke visite, bij wie,
alleen dat hij me aankeek
tot ik dacht: ik had hem makkelijk
kunnen zijn, en niet alleen
hem, dat kleed ook,
die clubfauteuil,
dat teakhouten buffet . . .
...

10.

Oké we gaan er nooit met onze vingers in
ook niet met breinaalden schroevendraaiers spijkers
levensgevaarlijk oké maar de stroom in die gaatjes
wat is dat dan je ziet hem niet leg eens uit.

En dus barnsteen wrijven haren overeind of nee
magneten kennen jullie als je die laat draaien in een spoel
een spoel zoals je een veter om een potlood wikkelt
maar dan koperdraad en zonder potlood koperdraad ja -

enfin oké goed lange rijen balletjes in buizen dan
stroomsnoeren zeg maar snappen jullie balletjes
die spanning overdragen aan elkaar zoals ik
jou een hand geef en jij haar dan knijp ik

in jouw hand en jij knijpt in de hare als je mij voelt
knijpen eigenlijk stroomt het knijpen door ons heen
met stroom gaat het net zo al is het daar geen knijpen
spanning snappen jullie? Nee? Hoe werkt tv?
...

Zie ons hier succesvol staan: door alle netten
gevlogen draagster van petrolblauwe rok
en lila lijfje dat haar borsten als een openstaande
bloemkelk omhult, schijnkindermondig
in gesprek met sprankelend scherp stuk
in deux-pièce, cape'je van changeant roze-oranje organza,
verantwoord geile zijsplit, trots op haar tong -
twee kakelgrage, fraai op de kwetsbare buikzijde
uitgelichte braniekarkassen, onzelfinzichtig klaar
om tor-achtig danwel voormalig jumbolog
door te taxiën naar het gemoedelijk gekraak
van openbrekende oesterschelpen of ander gepraat.
O zelden geherbergde hartegrond! O langvervlogen
carrièrrebegin met zelfverkozen damescolbert
over bureaustoel en uitzicht op kleine
door glas omgeven binnenplaats, Japanse
naaldbomen, witte keien, fonteintje . . .
...

Al bij opserveren van het exemplaar
staken belendende tafels het graven
van verdere greppels in de kastanjepuree,

het afplaggen van de verruigde salades
stagneert, wijnen talmen in geheven glazen:
de gebruikelijke gezelligheid uit zee

is deze vis niet. Een openbaring,
opgehaald uit wateren van aanvang
lijkt ze. Al ontbraken kop en staartvin,

ervaren vissers verbeten hun tranen
bij het zien van de borsten, de aanzet
tot ledematen. Hoeveel soorten moesten

vergaan voor deze ongeëvenaarde? Of
zijn eruit ontstaan? Maar het ogenblik
van nuttigen is daar. Ongewis moment:

de kok stond voor een culinair raadsel.
Hoe bereid je wat niet eerder bereid is
en ogenschijnlijk in zichzelf volmaakt?

Pocheren, braden, marineren? Overbodig,
een belediging. En daarna? Hou je het
simpel met zeewier en mootjes op toast

of vraagt dit om een complexe brandade
voor de meereisende maag? Rauw, ongesneden
werd het, met struisvogelei en slobeendrollade.

Zelfs het plonzend ijsklontenwater
onderbreekt zich nu op het uitstroompunt.
Daar steekt de uitverkoren eerste eter

de eerste hap in zijn mond. Hij kauwt
in stilte en ongekende overgave. Begint
dan ijselijke kreten te slaken. Uit afkeer

of extase? Minutenlang danst hij rond
en bedaart tot verbijsterd staren. Zelfs
na de soesjes kan hij er niet over praten.
...

Door roodbruin ijzerhouden zijn bodem verhullend
raast het meters lager dan de weerszijdse paden,
geïntensiveerde dovenetel overwoekert de taluds.

Zwaar verval. Een ophaalbrug. Smaller, blauwer, roerloos
wordt het na een kilometer - vastgestoken met riet.
Waarna ik het zie: een schitterend, ongemerkt

eindigen tegen een betonnen rand, met links daarachter
open grasland en een terrein waar men blokhutten
te koop aanbiedt en achtkantige priëlen.
...

Nu we kozijnen zijn
in deze keuken, kijken
ze wel naar de leuke
overbuurvrouw op haar
balkon of een bescheiden
lijnvlucht die over komt,
maar niet naar ons
die alles omlijsten.

En nu we planken zijn
in deze vloer, horen ze
ons voor geen meter,
terwijl wij bij de minste
beroering vervaarlijk
kraken en zij tijdens
koken of woorden tal
van voeten verplaatsen.

Zelfs nu we tafel zijn
waar ze aan eten met onze
poten tussen hun benen
en onder hun blote handen
ons hout, zijn we vergeten:
gesprekken voeren ze aan ons
en kinderen die van geen
witlof willen weten.

Maar allemaal hebben we
blad gedragen, tegen
wilde luchten de wind
in ons tekeer voelen
gaan. En onder sommige
van ons is daar naar
geluisterd en diep
in gedachten gestaan.
...

I.M. Gerard Rasch
Wat spraken wij vanzelf nog allebei
in onze weldoorbloede goedlachse
schutterige lichamen Gerard toen
we samen de grote van het roken
rolstoelbehoevende roker Zbigniew
Herbert de grote dichter ook
hier in jouw woorden rondreden
door het Scheepvaartmuseum -
wat spraken wij vanzelf nog toen
naast deze amechtige broze al bijna
dode olijke dwingeland en toen moest
hij tegen sluitingstijd ook nog
boeken over de scheepsbouw
in de Republiek der Vereenigde
Nederlanden kopen en duwden
wij hem lachend krachtig
de museumshop door die sloot
maar hij had alle tijd en wij
ook en hij laadde of zijn leven
ervan afhing alles wat zijn
hart begeerde in zijn schoot
en wij verontschuldigden hem
overtuigend: deze Meneer
moet morgenochtend weer
naar Polen en we schoten hem
voor want wat hij onder het
ongeduldig oog van de kassadame
uit zijn zakken wist te vissen
bleek bij lange na niet meer
knipoog ja wat dachten wij -
ach Gerard wat sprak ik wat sprak jij
toen nog vanzelf elk in ons eigen
achterbakse lijf dat ons nog even
niet de mond ging snoeren dacht ik
denk ik dacht jij.
...

Aan de slootkant ontspruiten mij uiers,
in de lucht steken mij veren in de huid.

In de modder achter sommige boerderijen
groeit mij een wroetschijf aan de snuit.

Boven de mesthoop of onder het kroos:
zo nodig schift ik in zwermen of scholen.

Gehuld in de grijsbruine vlieghuid
die tussen mijn ledematen spant

hang ik in schuren of verlaten groeven
ondersteboven in slaaptoestand.

Als kudde omgeef ik handen en voeten
met hoorn en schakel ik moeiteloos

van zool- of teen- naar hoefgang over.
Omzichtige lippen strek ik op savannes

naar hoge blaadjes tussen doorns. Ook
loopt me het bloed daar over de strepen

of geeuw ik uit eeuwige leeuwheid loom.
Vaak laat ik poten en pels achterwege

in zee, moeras of zandwoestijn. Daar
moet ik week of felgekleurd of giftig zijn.

En dan heb ik tal van mogelijkheden
waar ik nooit meer voor de dag mee kom:

piek op het voorhoofd, verzengende
adem, een paardenlijf met mensenromp.

Dat heeft me altijd dwarsgezeten: elk dier
dat men ziet is een fractie van mij.

Kijk maar: in dit oerbos burl ik en schurk
langs een stam met mijn schoffelgewei

terwijl mijn slurf, mijn rugvin, mijn stekels
in deze biotoop niet zichtbaar zijn.

Wat zou ik mij graag eens in volle glorie
voordoen, al past daar geen omgeving bij.
...

Erik Menkveld Biography

Erik Menkveld ( Eindhoven , April 25, 1959 - Amsterdam , March 30, 2014) was closer, romancer and critic. Erik Menkveld was born in Eindhoven but continued his lower secondary school in Tanzania and Ghana. On returning to the Netherlands, the family moved to Driebergen-Rijsenburg . In the neighboring Doorn he visited the Revius lyceum. He then studied Dutch at the Vrije Universiteit in Amsterdam. After his studies, he worked as editor of the Bezige Bij publishing house, where he managed (among others 1987-1998) the poetry fund. From 1998 to 2002 he was an organizer and program maker at Poetry International in Rotterdam. After that he was mainly active as an independent writer. From 2000 to 2007 he was editor of the literary magazine Tirade. In 2003 and in 2012 he was a member of the PC Hooft Prize, and in 2003 also from the VSB Poetry Prize. Since 2009 he was active as a poetry reader for the Volkskrant . Erik Menkveld died of a cardiac arrest, he was married to literary journalist Maria Vlaar and had three children. He was buried at Zorgvlied (cemetery) in Amsterdam.)

The Best Poem Of Erik Menkveld

Current

Okay we never stick our fingers in there
not even using knitting needles screwdrivers or nails
totally lethal okay but the current in those little holes
so what is that you can't see it please explain.

And so rub amber hair on end no wait
you all know magnets when you let them turn in a coil
a coil like when you wind a shoelace round a pencil
using copper wire and without the pencil copper wire right -

anyway okay good long rows of little balls in tubes
live wires in other words you see those little balls
that transfer tension from one to the next like when
I shake your hand and you shake hers and then I squeeze

your hand and you squeeze hers then when you feel me
squeeze it's actually the squeezing running through us
the same goes for a current but without the squeezing
tension do you see? You don't? How does TV work?

Translation: 2005, Willem Groenewegen

Erik Menkveld Comments

Erik Menkveld Popularity

Erik Menkveld Popularity

Close
Error Success