Paul Snoek

Paul Snoek Poems

My heels on the cool tiles of the waters
and the moon obscured through my auricle,
so I dare rest in the groove of glass hills
where the night reflects me as a sigh,
...

How could it be?
Originally I had hoped
to go through the house unnoticed,
disguised and redundant as a man
...

No. I don't speak, for I breathe in exultation.
I don't draw near in the thrifty pelt of daylight,
but I find far off in the iron eyes of the nights the ore.
...

No one knows why I work slenderly on the horizon,
why my word builds its nest in the grooves of light.
All this is my silver-slicing secret.
...

Why do I melt silver in my poems?
Why do I nobly conjure on the vertebrae of beauty?
See, this is the breaking key.
...

1

the day swung open
like an oyster shell
I saw the white pearl
...

Barbarian in my mouth,
I proclaim the bleeding tinder of truth,
not out of love, but out of nightly gravity,
not the peace, but the sky-wide clarity, do I proclaim
in the anchor-casting light of God.
...

Zwemmen is losbandig slapen in spartelend water,
is liefhebben met elke nog bruikbare porie,
is eindeloos vrij zijn en inwendig zegevieren.

En zwemmen is de eenzaamheid betasten met vingers,
is met armen en benen aloude geheimen vertellen
aan het altijd allesbegrijpende water.

Ik moet bekennen dat ik gek ben van het water.
Want in het water adem ik water, in het water
word ik een schepper die zijn schepping omhelst,
en in het water kan men nooit geheel alleen zijn
en toch nog eenzaam blijven.

Zwemmen is een beetje bijna heilig zijn.
...

Swimming is licentiously sleeping in sprawling water.
is making love with each still operable pore
is endlessly being free and inwardly triumphing.

And swimming is touching solitude with fingers
is with arms and legs telling ancient secrets
to the always all-comprehending water.

I have to admit that I'm crazy for water.
For in water I breathe water, in water
I am a creator who embraces his creation
and in water you can never be wholly alone,
and still remain lonesome.

Swimming is being almost a little bit holy.
...

Hoe is het mogelijk?
Oorspronkelijk had ik gehoopt
onopgemerkt doorheen het huis te gaan,
vermomd en overtollig als een mens
tussen de huizen en hun mensen.

En mijn verdriet te dragen alledaags
tot het doorschijnend werd
en draaglijk als daglicht.

Ik dacht dat het voldoende was
een nacht te snikken in een lang, dik bed
en eens tot op het hartsbeen door te huilen.
Maar neen.

Ik ben gewoon te wenen in de eerste persoon
en alleen.
Ik doe dus maar alsof ik glimlach
en met al mijn ledematen in mijn lichaam woon.

Hoe is het mogelijk
dat ik niet wist dat verdriet
van de liefde effent het felle reliëf
en dat het leven geen hoogtepunt is
maar een stilstand.

Toch is het jammer
dat er geen sluiktaal bestaat,
een gerie.ijke code,
waarin ik heimelijk kan schrijven
over het verschijnsel heimwee
en doen alsof ik schrijf over de maan,
ja, dikke boeken schrijf
over het zogezegde maanlicht.

Maar in werkelijkheid
over het huis dat ik bewoonde
en toch verlaten heb,
met in mijn merg de warmte
van nog zoveel toekomstig spijt.

Mijn huid wordt er wit van
en nog witter mijn huiver,
wanneer ik in heldere spiegels lees
de oude teksten over het oog.

Het porselein geworden oog.

Wanneer ik zie hoe duidelijk de sporen zijn
die mijn schaduw achterlaat in mijn verleden.
Mijn schaduw, mensen,
die van eenzaamheid
het lichaam van zijn drager
niet meer behoudt, niet meer herkent.

Een taal, zoals ik zei,
waarmee ik schrijven kan
over het hart en zijn termische traagheid.

Over de liefde
in het leegstaand huis van mijn geheugen.

Over mijn leven,
waarvan ik mij vaag de toekomst herinner.
...

1
de dag ging open
als een oesterschelp
ik zag de witte parel
van het licht
en wat het licht ontbloot.

de rode borst van het gebergte
het wonder een vogel te zien
en het geluk de vrede
die ruig en breed is
als een zomerwind
te vergezellen
met zichzelf.

2
ik heb de suiker
uit de lucht van azië geproefd
lijk uit het sap
van een watermeloen.
ik droeg mijn handen in elkaar
tien vingers van de vrede
door een tuin van niets dan zwijgen
waar mannen groeien eukalieptus
en vrouwen van laurier.
ik voelde hoe mijn handen
een meisje plukten uit een korenbloem
vasjiliki het korenmeisje
een naam in een blauwe bloem

3
O kleine vreugde van een wandelaar
die graag verdwalen wil
ver van zichzelf.
de aarde maakte
van de mens in mij
een beeld dat leerde zwijgen.
zij is het bruidskleed
van de wereld
met hier en daar
het okselhaar van een gebogen boom.
de wolken witte waterplanten
en de mens een zenuwvis
in de bronzen sneeuw
van de kaukasus
zwemt zichzelf verloren.

4
in de handen van de zee
heb ik vergeten
alles wat ik van de wereld
niet vergeten kon
de moordkleur van een oorlog
het werktuig van de haat.
de zwarte zee geen zwarte wonde
maar stil lijk alle water
een volmaakt gebaar
dat de wereld versiert.
en in de armen van de avond
zong de wind een theeplukkerslied
dat de dag smeekt om vreugde
de aarde het heilige dier
om een zwijgend geslacht
en de mens het krachtig kind
om zaad van vrede.
...

Waarom ik zilver smelt in mijn gedichten?
Waarom ik edel tover aan de wervels van de schoonheid?
Zie, dit is de brekende sleutel.

Ik draag de waarheid in mijn bloed als een volmaakte woede,
de pijn betreed ik langs de wortel van de wonde,
de goedheid is de gaafheid op mijn huid.

En liggend in het wijde bed der rechters,
ik speel met licht en duister als met jonge leeuwen,
totdat de strelende vingers der weelde
als vlinders in mij opengaan.

Dan worden mijn spieren met zijde doorweven
en mijn lippen met sluitende stilte beslagen,
ik word op een plotseling schild geheven
en door zwijgende slaven gedragen

naar een lichtverspillend eiland in het duister.
Daar ik sidder en voorspel de rust
en ik rust er poreus en in luister.
...

Paul Snoek Biography

Paul Snoek, the pseudonym of Edmond Schietekat (1933 –1981), was one of the most celebrated and popular poets in Flanders, partly because of his bravura performances in the media. One of his much-quoted quips reduced the Flemish poetic scene to three poets, Hugo Claus, Hugues C. Pernath and Paul Snoek, and proclaimed himself as the greatest of them. He was a multi-faceted artist, writing both poetry and prose and involved in the visual arts, and professionally was a Jack-of-all-trades (working, for example, as a managing director and a copywriter). As if the mystery of his personal life were destined to reinforce the mythological self-enlargement of his poems, he met his end in a car accident which retains a whiff of a successful suicide attempt.)

The Best Poem Of Paul Snoek

My heels on the cool tiles of the waters

My heels on the cool tiles of the waters
and the moon obscured through my auricle,
so I dare rest in the groove of glass hills
where the night reflects me as a sigh,
for in truth, a kiss is my only sense organ.

And soft as silver that you nearly touch,
satiated, I complete the works of the gods.

That is, discharging my lungs and drinking and
amazed between breath and shadow, feeling
how my hands fearfully in their warm hollow
stroke the cold fingers of their creation.

Translated by Kendall Dunkelberg

From: Hercules, Richelieu and Nostradamus, Green Integer, Los Angeles

Paul Snoek Comments

Paul Snoek Popularity

Paul Snoek Popularity

Close
Error Success