Zijn vriendje zegt dit is een Toepiflov372
maar hij kijkt weg en doet plots niet meer mee
zijn moeder duikt steeds weg achter de bank
op elke eerste maandag van de maand
en roept na heel wat huilen "God zij dank! "
zijn vader is nog stevig aan de drank
de I-Phone houdt hen allen in een tang
die wurggreep vanachter het verscheurd behang
maar met een huis, verblijfsvergunning, werk
is de gemangelde persoon nog niet plots sterk
genoeg, genoeg, de wonden likkend, schrale troost
en vader mompelt schraaltjes "Proost",
de vreemde blikken doen verschrikken
gedachtes waar men nooit om vroeg
je bent ontheemd, men vindt je vreemd
de ademnood die doet verstikken
in pijn die soms wel eeuwig lijkt te zijn. M
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem