DAG(DROOM) # 598 Poem by Alfred Schaffer

DAG(DROOM) # 598

De bergpas is berucht.
Links de kluwen van het dennenwoud
en rechts de sterren en planeten.
Soms werd ik ingehaald, soms moest ik remmen
wolken joegen zwartbruin voor me uit
alsof ik haast moest maken maar ik had geen haast.
Als in een kinderlied reed ik naar boven.
Eén scherpe bocht nog en de pas was op haar hoogste punt -
een paar seconden licht als een skelet
voor alles naar beneden sjeest.
Ik gaf wat extra gas en hield alvast mijn adem in
toen ik opeens werd overmeesterd
door een diepe slaap, klam als dichte mist.
Elk geluid sloeg dood.
Haastig zette ik hem in zijn twee en drong
terwijl ik net nog had bestaan
als een fluwelen boor een hemelse materie binnen.
Was ik op weg naar huis, was ik alleen
of werd ik bijgestaan - ik ben het glad vergeten.
Behalve dat het hartje winter was
en dan die weg, die hatelijke weg
die maar bleef stijgen en maar steeg
er komt geen einde aan.

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success