DE GROOTVADER DIE IK NOOIT HAD Poem by Ellen Deckwitz

DE GROOTVADER DIE IK NOOIT HAD

Mijn grootvader leidt me rond
in zijn urn, neemt mijn jas aan en hangt
hem naast het familieportret
en zijn geweer

terwijl ik schrijf:
hoe zijn rug zich recht,
de levervlekken lopen leeg.

Hij neemt me op schoot en vertelt me
over onze soort. Met de Hades in hun
aderen.

Hoe het gat tussen zijn ogen
zich vol met inkt zuigt en zich sluit.
Mijn grootvader lacht. Hij gelooft niet
dat er in mijn ballpointpunt
ook een kogel zit.

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success