Mijn grootvader leidt me rond
in zijn urn, neemt mijn jas aan en hangt
hem naast het familieportret
en zijn geweer
terwijl ik schrijf:
hoe zijn rug zich recht,
de levervlekken lopen leeg.
Hij neemt me op schoot en vertelt me
over onze soort. Met de Hades in hun
aderen.
Hoe het gat tussen zijn ogen
zich vol met inkt zuigt en zich sluit.
Mijn grootvader lacht. Hij gelooft niet
dat er in mijn ballpointpunt
ook een kogel zit.
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem