Mijn lichaam schuift tegen het hare aan.
Buik tegen buik. De modder sluit rondom.
Het is een eigenaardig zwaan-kleef-aan,
Want deze zwaan is vederloos en stom
Ik zink. Ginds knalt het vuurwerk van de wei
Ik ben mijn leven ongestorven kwijt.
Ik ben niets dan het schaduwbeeld van mij.
Eén ware vriend had ik: de eeuwigheid.
Als laatste zie ik hoe mijn advocaat
Mij nazwaait met iets wits. Hoe ik ook tuur,
Ik onderscheid niet meer waar het om gaat:
Een zakdoek, het contract of de factuur.
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem