Mijn huis heeft gladde tegels
muren, die de wrekers wit wassen
van de geronnen noodzaak
om uit de weg te ruimen
wie op anderen neerkijkt
achter dekmantels werkt
niet voor rede vatbaar is
of anders anders is
Uit de hulzen van de kogels
waarmee ze verdoofd zijn
spint een automaat spoelen
vol koperdraad
voor het elektrische skelet
van de wereld dat alles geleidt
en feiten, wetenschap en schoonheid
egaliseert tot menige woede ontploft
Misschien is het ijdele waanzin
in jouw ogen, in een verhit hoofd
is het onontkoombaar
de poëzie van verzet