Jaknikkers
en kontenlikkers
lachen om de centen,
wat is er verkeerd
aan het hoereren,
wanneer wordt er
gepresteerd
of geprostitueerd,
de decadente
oude krenten
prostreren
flanerend
hun jongeheren
ondanks een kwaad
prostaat
-waar de staat
voor staat-
geen wonder
in zo'n koud klimaat
gedonder,
dat de hoer
de som is
van gemis
in ons geweten
-daaronder- hoeft
ze echt niet meer
te meten
ze weet
wel dat er maar
bijzonder weinig
werkelijk staat
boven de kleinste
middelmaat.
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem