Peter van Lier

Peter van Lier Poems

Geachte gaasvleugeligen,

De haften of eendagsvliegen (orde Ephemeroptera) vormen een
zeer beklagenswaardige groep binnen uw gelederen. Vooral hun

kortstondige volwassenheid gaat mij aan het hart, indien niet
al voortijdig ten prooi gevallen aan vis, zangvogel, spin of

libelle. Zelf eten is er ook al niet bij, met monddelen zo
rudimentair en niet-functioneel, dat ik graag, ter compensatie,

mijn kleine gezinsauto (Fiat, type Panda, lekker licht), met
mijzelf als chauffeur, in het bezit van goede rechte schouders,

ter beschikking stel, zodat de prachtigste uitzichten voor de
goed ontwikkelde mannenogen in het verschiet liggen en een

bruidsvlucht honderd kilometer verderop, met vrouwtjes ongedacht.

Hoogachtend.
...

Dear gossamer-winged ones,

The mayflies or dayflies (order Ephemeroptera) form a
most lamentable group within your ranks. Their brief

maturity in particular really touches me, assuming they have not
before their time become the prey of fish, songbird, spider or

dragonfly. Eating is not even in the picture, with mouth parts so
rudimentary and non-functioning that I, by way of compensation,

would gladly place my small family car (Fiat, type Panda, nice and light), with
myself as chauffeur, possessing good straight shoulders,

at their disposal, so that the most magnificent views lie in the
offing for the well-developed male's eyes and a

nuptial flight a hundred kilometres farther on, with females unthought-of.

Yours faithfully.
...

Nonchalant loop ik tussen wat bomen. Natuurlijk wel
handen op de rug.
Af en toe dringt een vogelgeluid tot mij door.
Dan fluit ik zelf een populaire melodie, ondanks
mijn donkere blik.

In de late herfst zijn bladeren gevallen en bruin
en nat met zand.
-

Een wandeling duurt echter nooit voor lang
want ik houd van de natuur.
...

Nonchalantly I walk among some trees. Naturally with
hands behind my back.
From time to time bird song carries to me.
Then I myself whistle a popular tune, despite
my sombre look.

In late autumn leaves are fallen and brown
and wet with sand.
-

A walk though never lasts all that long
for I am a lover of nature.
...

Overvliegend een duif. Boomtakken bewegen
lichtjes, het ritselen
der bladeren is mooi. Wolkjes, echte witte, drijven traag,
traag over. Nog een duif: duifrijk weer.
In vrij hoog gras zit een kind, met
naast zich een hond met
afhangende oren. Let op de ademhaling ervan - die vrij
snel maar alleszins
gelijkmatig is -, bijvoorbeeld.
...

Above me a dove in flight. A slight movement in
branches, the rustling
of the leaves is nice. Small clouds, real white ones, drift slowly,
slowly past. Another dove: dove-laden weather.
A child sits in quite tall grass,
beside it a dog with
drooping ears. Make a note of its breathing - quite
quick but entirely
regular -, for example.
...

Huizen hebben ramen (vensters) en
minstens één deur.

Huizen zijn om in te wonen (liefst knus).

Soms is een huis ondergebracht in een flat (wat mensen
leuk, eng of duf vinden,
bijvoorbeeld).

Huizen gaan lang mee (opmerkelijk lang voor het vele
dat ze moeten doorstaan; binnenin leven mensen
liefst graag).

Huizen hebben daken (waarop vogels neerstrijken, uitgeput
als ze zijn van lange vluchten).

Huizen doen mensen glimlachen (zelf gezien).
...

Houses have windows (in frames) and
at least one door.

Houses are for living in (snugly if possible).

Sometimes a house is part of a flat (which people
find nice, constricting or boring,
for example).

Houses last a long time (remarkably long considering
all they have to put up with; inside people prefer
to live gladly).

Houses have roofs (on which birds land, exhausted
as they are from long flights).

Houses make people smile (seen it myself).
...

1

Hoewel het elf uur in de nacht is, of daaromtrent, komt er een meisje
voorbijgefietst. Alleen, neuriënd. Aan de rand van het dorp, in een
van die schaars verlichte straten.
Uit geweest in het centrum, natuurlijk.
Met een vriend die hier woont, waarschijnlijk. Prettig verlopen.
En nu fietst ze goedgeluimd naar huis, naar het aangrenzende
gehucht een paar kilometer verderop, waar haar ouders haar
liefdevol zullen opwachten, pa wel wat
slaperig. Nadat wordt gevraagd ‘Hoe was het?' en zij volkomen
oprecht ‘Goed' kan antwoorden (haar vriend, zoon van een goede
bekende van haar vader, zo bleek, werkt zelfs al) en iedereen
vervolgens zwijgend zich gereedmaakt om naar bed te gaan (morgen
inderdaad weer een dag), vult haar hoofd zich weldadig met geliefde
gedachten in verband met nageslacht,
liever te veel dan te weinig.


2

In de verte straalt licht: waarschijnlijk een boerderij.
Een plek dus waar mensen wonen.
Omdat de mens nu eenmaal ook na zonsondergang (voordat hij
slapen gaat) nog iets om handen wil hebben en ook dan deze
handelingen zo aangenaam mogelijk wenst uit te voeren, heeft hij
kunstlicht uitgevonden en er
zijn stulpjes mee uitgerust. Drinken de mensen in hun huis 's avonds
bijvoorbeeld een kopje koffie, dan gieten ze het door de
aanwezigheid van dit kunstlicht (dat lichtvlekje daar in de verte,
omgeven door het immense duister) niet over hun kleren, maar daar
waar het hoort: in de mond.
En ze kunnen nu met recht een opmerking maken die hun
tevredenheid uitdrukt (iets wat de mens erg graag doet omdat het
met levensvreugde te maken heeft):
‘Lekker toch hè, zo'n kop koffie,' of zoiets.
...

1

Although it's eleven at night, or thereabouts, a girl comes cycling
past. On her own, humming. On the outskirts of the village, in one
of those poorly lit streets.
Been out in the centre, of course.
With a friend that lives here, probably. All gone well.
And now she's cycling home in high spirits, to the
neighbouring small village a couple of kilometres further on, where
her parents will lovingly be waiting for her, dad a bit
sleepy. However, after being asked ‘How did it go?' she is able to
reply completely truthfully ‘Fine' (her boyfriend, son of a close
acquaintance of her father, it appeared, is already working) and
everyone then silently gets ready to go to bed (tomorrow indeed
another day), her head fills happily with loving thoughts that have to
do with procreation,
too many rather than too few.


2

In the distance light gleams: probably a farm.
A place then where people live.
Because even after sunset (before going to bed) mankind
happens to want to be busy with something and then also wishes to
carry out such actions as pleasantly as possible, it has invented
artificial light and
equipped its cosy little houses with it. If people drink something at
home in the evenings, a cup of coffee for example, they because of
the presence of this artificial light (that speck of light there in the
distance, surrounded by immense darkness) do not pour it onto their
clothes but where it belongs: into their mouths.
And they can now rightly make a remark that expresses their
satisfaction (something that people love doing because it has to do
with joy of living):
‘Nothing like a nice cup of coffee,' or something like that.
...

Nog

staand blijft het bij een

groepsgewijs vertoeven, peuzelend aan gras bij

een genoeglijk hinniken dat staarten doet zwaaien: niets
uitzonderlijks, zou men zeggen,
totdat -

de boer met de voederbak op zijn rug (‘vort')
komt aanzetten die elk paard op afstand al
herkent
als voorbode van dat waar elk paardenhart naar

smacht: einde periode van werk in draf; weg met het krachtvoer,

‘lekker veesten op zuring en klaver'?
...

Still

standing it persists as a

staying in clusters, munching at grass as

a happy whinnying that causes tails to swish: nothing
exceptional, it could be said,
until -

the farmer with the forage bin on his back (‘giddy-up')
turns up, recognised already by every horse at a distance
as a
forerunner of what every horse's heart is longing

for: end of period working at a trot; away with the concentrates,

‘luscious farting on sorrel and clover'?
...

Liggen,

ruggelings, groepsgewijs,

‘waartoe het paard maar zelden overgaat!',

beleven boeren als hoogtepunten van het agrarische bestaan,
zelfs in die mate
dat -

in menig plattelandshuwelijk
wordt
besloten dat ‘de hoefjes (‘ju-ju')
maar weer eens de lucht in moeten',

vooral na die lange periode van donkerte: vol zwijgzaamheid en

arbeid van zwetende paarden.
...

Lying,

back to back, in clusters,

‘something a horse rarely indulges in!',

is seen by farmers as a high point of agrarian existence,
even to such an extent
that -

in many a country marriage
the decision's
taken that ‘the small hoofs (‘gee-up')
must kick the air just one more time',

especially after that long period of darkness: full of deep silence and

labour of sweating horses.
...

The Best Poem Of Peter van Lier

BETREFFENDE EEN FUNCTIE IN HET DIERENRIJK

Geachte gaasvleugeligen,

De haften of eendagsvliegen (orde Ephemeroptera) vormen een
zeer beklagenswaardige groep binnen uw gelederen. Vooral hun

kortstondige volwassenheid gaat mij aan het hart, indien niet
al voortijdig ten prooi gevallen aan vis, zangvogel, spin of

libelle. Zelf eten is er ook al niet bij, met monddelen zo
rudimentair en niet-functioneel, dat ik graag, ter compensatie,

mijn kleine gezinsauto (Fiat, type Panda, lekker licht), met
mijzelf als chauffeur, in het bezit van goede rechte schouders,

ter beschikking stel, zodat de prachtigste uitzichten voor de
goed ontwikkelde mannenogen in het verschiet liggen en een

bruidsvlucht honderd kilometer verderop, met vrouwtjes ongedacht.

Hoogachtend.

Peter van Lier Comments

Fabrizio Frosini 02 October 2018

Born 23 Dec.1960 in Eindhoven, in the south of the Netherlands, Peter van Lier studied philosophy at the University of Amsterdam, but decided to further develop as a poet and essayist.

8 0 Reply

Peter van Lier Popularity

Peter van Lier Popularity

Close
Error Success