Cipressenlaan Poem by Madrason .

Cipressenlaan

De dood, ik ben er mee opgevoed
het zat al in mijn genen
het kroop soms uit mijn tenen
waar moeten wortels dan nog heen
en
de dood het zat al in de speen
en toen ik bad, ik aan haar vergat
te boeten doen
toen gaf de dood me weer
een zilte zoen
een zwarte tulp al in haar haar
en steeds weer gingen we uiteen
en steeds weer zagen we elkaar
en meer en meer verlangde ik
ernaar
of bad om zelf een god te zijn
al voelde ik me nietig klein
dat leek me dan toch beter
dan steeds maar dood
aan dood te staan
en zwaar gebukt
minzaam
steeds weer in
haar schaduw te gaan
langs de Cipressen oprijlaan! M

Sunday, February 9, 2020
Topic(s) of this poem: life and death
COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Madrason .

Madrason .

waalwijk netherlands
Close
Error Success